Voeding en gezondheid

Dagelijks 1 gram DHA of EPA via voeding verlaagt leeftijdsgebonden maculaire degeneratie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eerdere populatiestudies naar de associaties tussen de voedingsvetzuren, de plasma voedingsvetzurengehaltes en het risico op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie hebben onduidelijke resultaten opgeleverd en daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verlaagt een hoge inname DHA of EPA via voeding of het hebben van een hoog plasma DHA- of EPA-gehalte, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 prospectieve cohort studies met in totaal 167581 deelnemers, waarvan 6318 mensen met leeftijdsgebonden maculaire degeneratie.
De follow-up duur varieerde tussen 3 en 28 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 gram DHA + EPA per dag via voeding, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie in een vroeg stadium significant met 33% [RR = 0.67, 95% BI = 0.51 tot 0.88] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 gram DHA per dag via voeding, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie in een vroeg stadium significant met 50% [RR = 0.50, 95% BI = 0.32 tot 0.78] verlaagde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat elke verhoging met 1 gram DHA per dag via voeding, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie in een vroeg stadium werkelijk met 50% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 gram EPA per dag via voeding, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie in een vroeg stadium significant met 60% [RR = 0.40, 95% BI = 0.18 tot 0.87] verlaagde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.18 tot 0.87 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een hoog plasma DHA-gehalte, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie in een gevorderd stadium significant met 28% [RR = 0.72, 95% BI = 0.55 tot 0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog plasma EPA-gehalte, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie in een gevorderd stadium significant met 43% [RR = 0.57, 95% BI = 0.40 tot 0.81] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge inname van DHA of EPA via voeding (minimaal 1 gram DHA of 1 gram EPA per dag) als het hebben van een hoog plasma DHA- of EPA-gehalte, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fatty acid intake, plasma fatty acid levels, and the risk of age-related macular degeneration (AMD): a dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Zhong Y, Wang K, [...], Yao K.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33469697/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over EPA + DHA en leeftijdsgebonden maculaire degeneratie. 

Een hoog plasma EPA- en DHA-gehalte kan verkregen worden door veel vette vissen te eten en/of EPA- en DHA-voedingsupplementen (visoliesupplementen) te slikken.
Vette vissen bevatten meer EPA en DHA dan niet vette vissen.
 

Alcohol verhoogt botbreuk

Onderzoeksvraag:
Eerdere studies naar het verband tussen het alcoholgebruik en het risico op het krijgen van fracturen hebben tegenstrijdige resultaten opgeleverd en daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verhoogt het drinken van alcohol de kans op het krijgen van fractuur (botbreuk)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 38 prospectieve cohort studies met in totaal 5053117 deelnemers, waarvan 169560 mensen met een fractuur.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van alcohol de kans op het krijgen van totale fractuur significant met 35% [RR = 1.35, 95% BI = 1.01 tot 1.81] verhoogde.
Echter, dit significante verhoogde risico werd niet teruggevonden voor heupfractuur [RR = 1.19, 95% BI = 0.96 tot 1.48], fractuur veroorzaakt door botontkalking [RR = 2.01, 95% BI = 0.76 tot 5.34], wervelfractuur [RR = 0.98, 95% BI = 0.68 tot 1.40] en polsfractuur [RR = 0.99, 95% BI = 0.85 tot 1.16].
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.01 tot 1.81 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van alcohol de kans op het krijgen van totale fractuur verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
A systematic review and meta-analysis of prospective cohort studies on the association between alcohol intake and risk of fracture by Asoudeh F, Salari-Moghaddam A, […], Esmaillzadeh A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33596741/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over alcohol en het voorkomen van fracturen. 
 

Soja verlaagt causaal bloeddruk bij volwassenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Soja heeft verschillende gunstige effecten op hart- en vaatziekten. Echter, de resultaten in klinische onderzoeken (studies) zijn dubbelzinnig (tegenstrijdig) en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een causaal verband tussen het eten van soja en het verlagen van de bloeddruk bij volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat soja-suppletie de systolische bloeddruk (bovendruk) significant verlaagde [MD = -1.64, 95% BI = -3.25 tot -0.04 mmHg, I2 = 50.5%].
Dit significant verlaagde effect werd in de subgroepenanalyses teruggevonden in jonge deelnemers met een lage baseline (aan het begin van de studie) bloeddruk en gedurende maximaal 16 weken soja-suppletie (slikken van soja-supplementen).

De onderzoekers vonden dat soja-suppletie de diastolische bloeddruk (onderdruk) significant verlaagde [MD = -1.21, 95% BI = -2.29 tot -0.12 mmHg, I2 = 50.7%].
Dit significant verlaagde effect werd in de subgroepenanalyses teruggevonden in jonge deelnemers met een lage baseline (aan het begin van de studie) bloeddruk en gedurende maximaal 16 weken soja-suppletie.

De onderzoekers concludeerden dat soja-suppletie gedurende maximaal 16 weken de bloeddruk bij volwassenen causaal verlaagde. 

Oorspronkelijke titel:
Soy intake is associated with lowering blood pressure in adults: A systematic review and meta-analysis of randomized double-blind placebo-controlled trials by Mosallanezhad Z, Ranjbar S, […], Jalali M.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33636295/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over soja, het verlagen van de bloeddruk en hart- en vaatziekten.

Een laag zink- en ijzergehalte verhogen MS

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Wat is het gehalte van zink, ijzer, mangaan, magnesium, selenium en koper in mensen met multiple sclerose (MS)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 32 studies met 1567 MS-patiënten en 1328 mensen zonder MS.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het zinkgehalte [WMD = -7.83 mcg/dL, 95% BI = -12.78 tot -2.87, z = 3.09, p = 0.002] en het ijzergehalte [WMD = -13.66 mcg/dL, 95% BI = -23.13 tot -4.19, z = 2.83, p = 0.005] van MS-patiënten significant lager waren dan van mensen zonder MS.

De onderzoekers vonden dat het mangaangehalte [WMD = 0.03 mcg/dL, 95% BI = 0.01 tot 0.04, z = 2.89, p = 0.004] van MS-patiënten significant hoger waren dan van mensen zonder MS.

De onderzoekers vonden geen verschil in het magnesium-, selenium- en kopergehalte tussen MS-patiënten en niet MS-patiënten.

De onderzoekers concludeerden dat het zinkgehalte en het ijzergehalte van MS-patiënten lager waren dan van mensen zonder MS, terwijl het mangaangehalte van MS-patiënten hoger was dan van mensen zonder MS.

Oorspronkelijke titel:
Blood Trace Element Status in Multiple Sclerosis: a Systematic Review and Meta-analysis by Nirooei E, Kashani SMA, […], Akbari H.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33611740/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s, zink, ijzer, mangaan en MS.

Hoog homocysteïne-gehalte verhoogt perifere neuropathie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Perifere neuropathie komt veel voor bij patiënten met een ziekte die op haar beurt weer verband houden met een tekort aan de B-vitamines. Echter, de behandeling met vitamines heeft tegenstrijdige resultaten opgeleverd en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een laag vitamine B-gehalte de kans op het krijgen van perifere neuropathie? 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 46 observationele en 7 interventionele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat perifere neuropathie in verband werd gebracht met een laag vitamine B12-gehalte [1.51, 95% BI = 1.23 tot 1.84, n = 34, I2 = 43.3%, p = 0.003].

De onderzoekers vonden dat perifere neuropathie in verband werd gebracht met een hoog methylmalonzuur-gehalte [2.53, 95% BI = 1.39 tot 4.60, n = 9, I2 = 63.8%, p = 0.005].

De onderzoekers vonden dat perifere neuropathie in verband werd gebracht met een hoog homocysteïne-gehalte [3.48, 95% BI = 2.01 tot 6.04, n = 15, I2 = 70.6%, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een behandeling met vitamine B1 de symptomen van perifere neuropathie significant verbeterde [5.34, 95% BI = 1.87 tot 15.19, n = 3, I2 = 64.6%, p = 0.059].

De onderzoekers concludeerden dat perifere neuropathie in verband werd gebracht met een laag vitamine B12-gehalte, een hoog methylmalonzuur-gehalte en een hoog homocysteïne-gehalte.

Oorspronkelijke titel:
Association between neuropathy and B-vitamins: A systematic review and meta-analysis by Stein J, Geisel J and Obeid R.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33619867/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s, vitamine B1 en B12 en het verlagen van het homocysteïne-gehalte.

Perifere neuropathie is een aandoening die wordt veroorzaakt door de zenuwschade of een ziekte (zoals suikerziekte), waardoor de zenuwen in het lichaam aangetast worden. Perifere neuropathie leidt tot veranderingen in gevoel en beweging en kan pijn veroorzaken.

Methylmalonzuur is een organisch zuur dat meestal verhoogd is bij een B12-tekort. Het aanvragen van de methylmalonzuurtest is zinvol bij een blijvende twijfel over een vitamine B12-tekort.
 

3 keer per week 30-60 minuten aërobe training met een matige intensiteit verlaagt causaal buikvet

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Wat is de beste methode van lichamelijke oefeningen om buikvet (visceraal vet) te verlagen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 32 RCT’s met in totaal 1900 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat 30-60 minuten intervaltraining met een hoge intensiteit (HIIT) voor 3 keer per week gedurende 12-16 weken [SMD = -0.39, 95% BI = -0.60 tot -0.18) en 30-60 minuten aërobe training met een matige of hoge intensiteit, voor 3 keer per week gedurende 12-16 weken [SMD = -0.26, 95% BI = -0.38 tot -0.13] het buikvet signfiicant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat krachttraining, aërobe training in combinatie met krachttraining en sprintintervaltraining geen significant verlaagd effect hadden op het buikvet.

De onderzoekers vonden dat 150 minuten lichamelijke oefeningen per week, geen effect hadden op buikvet.

De onderzoekers concludeerden dat 30-60 minuten intervaltraining met een hoge intensiteit, 3 keer per week gedurende 12-16 weken of 30-60 minuten aërobe training met een matige of hoge intensiteit, 3 keer per week gedurende 12-16 weken het buikvet causaal verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of exercise intervention dosage on reducing visceral adipose tissue: a systematic review and network meta-analysis of randomized controlled trials by Chang YH, Yang HY and Shun SC.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33558643/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over vet en sportvoeding.
Een causaal verband kan worden gevonden in RCTs.
Teveel buikvet (visceraal vet) vergroot de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten en diabetes type 2 (suikerziekte type 2).

Aërobe training met een matige intensiteit zijn lichamelijke oefeningen met een MET-waarde van 3 tot 6.

Lichamelijke oefeningen

MET-score

Ramen lappen

3.2 MET

Wandelen met 5 km/u

3.5 MET

Harken in de tuin

4.0 MET

De trap nemen (rustig omhoog)

4.0 MET

Elektrisch fietsen met hoge motorassistentie aan 23.4 km/u

5.2 MET

Zwemmen (recreatieve schoolslag)

5.3 MET

Eektrisch fietsen met lage motorassistentie aan 21 km/u

5.7 MET

Fietsen aan 15 km/u

5.8 MET

(MET-waarde van de activiteit x 3.5 x lichaamsgewicht in kg)/200 = Energieverbruik per minuut (kcal/min).

Een voorbeeld:
Een man weegt 72 kilogram en lapt gedurende 30 minuten de ramen. Hoeveel energie heeft hij dan verbruikt?

Berekening:
(3.2 MET x 3.5 x 72 kg)/200 = 4.0 kcal per minuut
4.0 kcal per minuut x 30 minuten = 120 kcal

Dus 30 minuten ramen lappen, levert deze man een energieverbruik van 120 kcal op.

Vitamine A suppletie verlaagt bronchopulmonale dysplasie bij prematuur geboren baby’s

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt vitamine A suppletie de kans op het krijgen van bronchopulmonale dysplasie bij prematuur geboren baby’s (te vroeg geboren baby’s)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met 709 prematuur geboren baby’s in de vitamine A groep (interventiegroep) en 700 prematuur geboren baby’s in de niet vitamine A groep (de controle groep).

De doseringen van vitamine A supplementen varieerden tussen 1500 tot 10000 IE (450 en 3003 microgram) en de studieduur was 4 weken.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat vitamine A suppletie de kans op het krijgen van bronchopulmonale dysplasie bij prematuur geboren baby’s significant met 37% [OR = 0.67, 95% BI = 0.52 tot 0.88, I2 = 0%] verlaagde.
Dit verlaagde risico veranderde niet in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat vitamine A suppletie de kans op het krijgen van bronchopulmonale dysplasie bij prematuur geboren baby’s (te vroeg geboren baby’s) verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin A supplementation prevents the bronchopulmonary dysplasia in premature infants: A systematic review and meta-analysis by Ding Y, Chen Z and Lu Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7837939/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap en vitamine A.

Bronchopulmonale dysplasie (BPD) is een chronische longaandoening die voornamelijk ontstaat bij veel te vroeg geboren baby’s. Een draagtijd van een baby is 40 weken. Als een baby te vroeg geboren wordt, zijn de longen nog niet helemaal ontwikkeld waardoor ze niet goed werken. Het kindje heeft dan hulp nodig bij het ademhalen en krijgt daarom zuurstof. Door deze hulp kunnen de longen beschadigd raken.

De ontwikkeling van de longen begint vanaf week 4 tijdens de zwangerschap. Vanaf week 26 ontstaan de eerste grove longblaasjes. Vanaf week 32 ontstaan de uiteindelijke longblaasjes en na 34 à 35 weken zijn de longen van een ongeboren kind pas af.
 

Dagelijks 0.5-50 mg carotenoïdensupplementen verbetert geheugen bij mensen zonder dementie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert het slikken van carotenoïdensupplementen de cognitieve uitkomsten/prestaties (het geheugen) bij mensen zonder dementie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met in totaal 4402 mensen zonder dementie (2228 mensen in de carotenoïdengroep and 2174 mensen in de controle groep).
De leeftijd van de deelnemers varieerde tussen 45 en 78 jaar.

De studieduur varieerde tussen 2 weken en 12 maanden.
De doseringen van carotenoïdensupplementen varieerden tussen 0.5 mg/d tot 50 mg/d.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van carotenoïdensupplementen een significant positief effect had op de cognitieve uitkomsten bij mensen zonder dementie [Hedge's g = 0.14, 95% BI = 0.08 tot 0.20, p 0.0001, I2 = 0.00%].
Dit significante postieve effect bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 0.5-50 mg carotenoïdensupplementen per dag, de cognitieve prestaties (het geheugen) bij mensen zonder dementie (45 en 78 jaar) verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Carotenoids and Cognitive Outcomes: A Meta-Analysis of Randomized Intervention Trials by Davinelli S, Ali S, […], Corbi G.

Link:
https://www.mdpi.com/2076-3921/10/2/223/htm 

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over carotenoïdensupplementen en dementie
 

Dagelijks 1000 mg calciumsupplementen verhoogt hart- en vaatziekten onder postmenopauzale vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Recente systematische reviews en meta-analyses van gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde onderzoeken (RCT's) hebben controversiële (tegenstrijdige) bevindingen gerapporteerd over de associaties tussen het slikken van calciumsupplementen en het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het slikken van calciumsupplementen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 RCT’s met in totaal 28935 deelnemers in de interventiegroep (groep met calciumsupplementen) en 14243 deelnemers in de controle groep (groep zonder calciumsupplementen.

De gemiddelde leeftijd was 66.3 jaar en 92.8% was vrouw.
Er was geen pulbicatiebias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van calciumsupplementen het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten onder gezonde postmenopauzale vrouwen significant met 15% [RR = 1.15, 95% BI = 1.06 tot 1.25, I2 = 0.0%] verhoogde.
Dit verhoogde risico werd in de subgroepenanalyses teruggevonden voor 700-1000 mg calcium via voeding of 1000 mg calcium via voedingssupplementen.

De onderzoekers vonden dat het slikken van calciumsupplementen het risico op het krijgen van een coronaire hartiziekte onder gezonde postmenopauzale vrouwen significant met 16% [RR = 1.16, 95% BI = 1.05 tot 1.28, I2 = 0.0%] verhoogde.
Dit verhoogde risico werd in de subgroepenanalyses teruggevonden voor 700-1000 mg calcium via voeding of 1000 mg calcium via voedingssupplementen.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks slikken van 1000 mg (elementaire) calcium via voedingssupplementen het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten en coronaire hartziekte onder gezonde postmenopauzale vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Calcium Supplements and Risk of Cardiovascular Disease: A Meta-Analysis of Clinical Trials by Myung SK, Kim HB, […], Oh SW.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33530332/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over calcium, ouderdom en hart- en vaatziekten.

Na de menopauze (de laatste menstruatie bij vrouwen) volgt de postmenopauze.
 

Intraveneuze NAC-suppletie verlaagt serum creatininegehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er zijn tegenstrijdige onderzoeken dat n-acetyl-l-cysteïne (NAC) het serum creatininegehalte kunstmatig kan verlagen zonder de nierfunctie te verbeteren en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Heeft n-acetyl-l-cysteïne (NAC)-suppletie een positieve invloed op het serum creatininegehalte en het serum cystatine C-gehalte? 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 klinische studies met in totaal 199 deelnemers (48-83% man).  
De gemiddelde studiegrootte was 30 (range 10-60).
De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 33 en 71 jaar.
De follow-up duur was vaak kort.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat NAC-suppletie het serum creatininegehalte significant verlaagde [WMD = -2.80 μmol/L, 95% BI = -5.6 tot 0.0, p = 0.05], met name met de niet-specifieke Jaffe-methode [WMD = -3.24 μmol/L, 95% BI = -6.29 tot -0.28, p = 0.04] en bij intraveneuze (via een naald in een ader) toediening [WMD = -31.10 μmol/L, 95% BI = -58.37 tot -3.83, p = 0.03].

De onderzoekers vonden geen verband tussen NAC-suppletie het serum cystatine C-gehalte [WMD = -0.84 μmol/L, 95% BI = -3.14 tot 1.47, p = 0.48, I2 = 0%, p = 0.99].

De onderzoekers concludeerden dat NAC-suppletie het serum creatininegehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
A Systematic Review of the Effect of N-Acetylcysteine on Serum Creatinine and Cystatin C Measurements by Huang JW, Lahey B, […], Hiremath S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7879108/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/overzichtsartikel/cohort/RCT’s, NAC en nierziekte.

De Jaffe en enzymatische methode (niet-specifieke Jaffe-methode) zijn de 2 meest gebruikte methoden voor het meten van het serum creatininegehalte. De Jaffe-methode is minder duur dan de enzymatische methode, maar is ook gevoeliger voor storingen.

N-acetyl-L-cysteïne (NAC) is de geacetyleerde vorm van het aminozuur L-cysteïne. L-cysteïne is een zwavelhoudend aminozuur dat het lichaam zelf kan maken uit het aminozuur L-methionine.
Suppletie met NAC heeft als voordeel boven L-cysteïne dat het beter wordt verdragen, een hogere biologische beschikbaarheid heeft en minder gevoelig is voor oxidatie.

Dagelijks 60 tot 80 gram citrusvruchten verlaagt longkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van citrusvruchten de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses dat het eten van veel citrusvruchten vergeleken met weinig, de kans op het krijjgen van longkanker significant met 9% [OR = 0.91, 95% BI = 0.84 tot 0.98] verlaagde.
Dit verlaagde risico werd teruggevonden voor 60 tot 80 gram citrusvruchten per dag.

De onderzoekers concludeerden dat 60 tot 80 gram citrusvruchten per dag, de kans op het krijgen van longkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Citrus fruit intake and lung cancer risk: A meta-analysis of observational studies by Wang J, Gao J, [...], Qian BY.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33529754/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over citrusvruchten en kanker.
Citrusvruchten zijn sinaasappel, citroen, limoen, grapefruit en mandarijn.


 

Dieet met <30 En% koolhydraten verhoogt causaal adiponectinegehalte bij volwassenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Voor zover zijn er geen bevindingen gerapporteerd in studies over de effecten van een koolhydratenarm dieet op het adiponectinegehalte en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een koolhydratenarm dieet causaal het adiponectinegehalte bij volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 RCT’s met 534 deelnemers in de koolhydratenarm dieet groep en 513 deelnemers in de controle groep (groep zonder het koolhydratenarm dieet).

Het koolhydratenarme dieet bevatte 4 tot 34 En%.
De interventieduur varieerde tussen 6 en 152 weken.

De meta-regressie analyse liet zien dat leeftijd [β = 0.04, p = 0,15], baseline BMI [β = -0.15, p = 0.15], follow-up duur [β = 0.01, p = 0.17], energiepercentage koolhydraten [β = 0.004, p = 0.90], energiepercentage eiwit [β = -0.12, p = 0.08], energiepercentage vet [β = 0,20, p = 0.61] en baseline adiponectine [β = 0.001, p = 0.97] geen bronnen van heterogeniteit waren.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het volgen van een koolhydratenarm dieet het adiponectinegehalte significant verhoogde [0.02 µg/mL, 95% BI = 0.01 tot 0.03, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het volgen van een dieet met 30 En% koolhydraten het adiponectinegehalte significant verhoogde [0.12 µg/mL, 95% BI = 0.07 tot 0.18].
Echter, dit verhoogde effect was niet significant voor een dieet met ≥30 En% koolhydraten 0.50 µg/mL, 95% BI = -0.46 tot 1.48].

De onderzoekers concludeerden dat het volgen van een dieet met 30 En% koolhydraten gedurende 6 tot 152 weken het adiponectinegehalte bij volwassenen causaal verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of low-carbohydrate diet on adiponectin level in adults: a systematic review and dose-response meta-analysis of randomized controlled trials by Shemirani F, Golzarand M, […], Mahmoudi M.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33455438/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten, suikerziekte en hart- en vaatziekten.

Adiponectine is een eiwit dat vrijwel uitsluitend wordt aangemaakt (geproduceerd) in de vetcellen. Adiponectine speelt een beschermend rol bij de initiatie en progressie van arteriosclerose (aderverkalking). Bij mensen met overgewicht, suikerziekte (diabetes) type 2, arteriosclerose en coronaire hartziekten is het adiponectine-gehalte (de adiponectine-concentratie) in het bloed verlaagd.
Een lage adiponectine-concentratie is geassocieerd met een verminderde insulinegevoeligheid. Een verminderde insulinegevoeligheid verhoogt de kans op het krijgen van suikerziekte type 2.

De makkelijkste manier om een dieet met 30 En% koolhydraten te volgen, is door te kiezen voor alleen maar producten/maaltijden die ook 30 En% koolhydraten bevatten. Deze producten uit de supermarkt bevatten 30 En% koolhydraten. 
30 En% koolhydraten wil zeggen dat het aantal gram koolhydraten maximaal 30 En% bijdraagt aan het totale caloriegehalte van het desbetreffende dieet.

Deze maaltijden bevatten 30 En% koolhydraten.

 

Vitamine D supplementen tijdens zwangerschap of kindertijd verlaagt vetzucht bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Een vitamine D-tekort tijdens de zwangerschap of kindertijd wordt geassocieerd met een ongunstige groei bij kinderen. Echter, er is geen systematische review uitgevoerd naar het effect van de vitamine D suppletie (het slikken van vitamine D supplementen) tijdens de zwangerschap en kindertijd op de groei en lichaamssamenstelling bij kinderen. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap of kindertijd de kans op het krijgen van adipositas (vetzucht) bij kinderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCT’s met in totaal 4583 deelnemers.
De dosering van vitamine D supplementen in de interventiegroep (groep met vitamine D supplementen) was 60.000 IE/4 weken (1.500 mcg/4 weken) of 60.000 IE/8 weken en in de controle groep (groep zonder vitamine D supplementen) was 400 IE/dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap tot een hogere huidplooidikte van de triceps (mm) [MD = 0.33, 95% BI = 0.12 tot 0.54, I2 = 34%] bij pasgeborenen leidde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap of kindertijd tot een hoge z-score van lengte-bij-leeftijd [MD = 0.29, 95% BI = 0.03 tot 0.54, I2 = 0%] bij zuigelingen van 1 jaar oud leidde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap of kindertijd tot een lage BMI [MD = -0.19, 95% BI = -0.34 tot -0.04, I2 = 0%] bij zuigelingen van 3-6 jaar oud leidde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap of kindertijd tot een lage BMI z-score [MD = -0.12, 95% BI = -0.21 tot -0.04, I2 = 0%] bij zuigelingen van 3-6 jaar oud leidde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap of kindertijd de kans op het krijgen van adipositas (vetzucht) bij kinderen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Vitamin D Supplementation in Early Life on Children's Growth and Body Composition: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Ma K, Wei SQ, [...], Wen SW.

Link:
https://www.mdpi.com/2072-6643/13/2/524/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D, BMI en overgewicht.

Met een huidplooimeter kan de dikte van de huidplooi bepaald worden. Met behulp van de gemeten huidplooien kan een voorspelling worden gedaan over de totale lichaamsvetmassa. De metingen zijn gebaseerd op het uitgangspunt dat het vet regelmatig verdeeld is over het lichaam en de dikte van huidplooien dus een maat is voor de hoeveelheid subcutaan vet die representatief is voor de totale hoeveelheid lichaamsvet.

Subcutaan vet is het vet dat voor iedereen zichtbaar is. Dit is het vet dat u vast kunt pakken.

Adipositas (vetzucht) verhoogt de kans op het krijgen van hart- en vaatziekte en diabetes mellitus type 2 (suikerziekte type 2).

Dagelijks 1.5 g EPA + DHA verbetert insulinegevoeligheid bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Van visolie is aangetoond dat het het risico op de stofwisselingsstoornissen vermindert. Echter, de effecten van interventie met visolie op het glucosemetabolisme en de insulinegevoeligheid zijn nog steeds controversieel, vooral bij kinderen en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Heeft het slikken van visoliesupplementen (EPA + DHA) een positief effect op de insulinegevoeligheid bij kinderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 RCT’s met 567 kinderen in de placeco groep (groep zonder visolie-supplementen) en 565 kinderen in de visolie-supplementen groep.
Er was geen heterogeniteit tussen de studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van visolie-supplementen een positief effect had op de insulinegevoeligheid bij kinderen [WMD = -0.219, 95% BI = -0.392 tot -0.046, p = 0.013]..
Dit positief effect werden in de subgroepenanalyses teruggevonden voor studies tot 6 maanden, bij maximaal 1.5 g EPA + DHA per dag en bij een EPA:DHA ratio van ≥1.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van visolie-supplementen, met name bij maximaal 1.5 g EPA + DHA per dag gedurende 6 maanden, een positief effect had op de insulinegevoeligheid bij kinderen.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Fish Oil on Insulin Sensitivity in Children: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized, Controlled Trials by Hou M, Zhou W, [...], Lv H.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33388274/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over visoliesupplementen en suikerziekte.

Visoliesupplementen bevatten vaak EPA en DHA. EPA en DHA zijn 2 vetzuren die voornamelijk in vis zitten. Vetzuren zijn de bouwstoffen van vetten.

Suikerpatiënten hebben een verminderde insulinegevoeligheid. Dus een positief effect op de insulinegevoeligheid is gunstig voor suikerpatiënten.

De insulinegevoeligheid geeft aan hoeveel uw glucosewaarde zakt per aantal eenheden insuline.
 

Eieren verlagen leeftijdsgebonden maculaire degeneratie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het verhogen van de maculaire pigment optische dichtheid (MPOD) als gevolg van een verhoogde maculaire concentratie van luteïne en zeaxanthine kan het risico op leeftijdsgebonden maculaire degeneratie (AMD) verminderen. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een causaal verband tussen het dagelijks eten van eieren en het verlaagde risico op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 RCT’s met in totaal 296 deelnemers.
Er was geen heterogeniteit tussen de studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van eieren de maculaire pigment optische dichtheid significant verhoogde [WMD = 0.037, 95% BI = 0.004 tot 0.069, p = 0.027].

De onderzoekers vonden dat het eten van eieren het serum luteïnegehalte significant verhoogde [WMD = 0.150 μmol/L, 95% BI = 0.037 tot 0.263, p = 0.009].

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van eieren de maculaire pigment optische dichtheid en het serum luteïnegehalte verhoogde en daarmee het risico op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
A positive effect of egg consumption on macular pigment and healthy vision: a systematic review and meta-analysis of clinical trials by Sikaroudi MK, Saraf-Bank S, […], Soltani S.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33491232/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s, luteïne, eieren en leeftijdsgebonden maculaire degeneratie. 

Het serum luteïnegehalte in het lichaam kan verhoogd worden door voeding te eten die veel luteïne bevattten en/of luteïne-supplementen te slikken.

 

Een laag seleniumgehalte verhoogt borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een laag seleniumgehalte de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 patiënt-controle studies met 3374 vrouwen met borstkanker en 3582 gezonde vrouwen zonder borstkanker (de controle groep).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden een significante verlaging van het seleniumgehalte in de groep met borstkanker vergeleken met de groep zonder borstkanker [-0.53 μg/L, 95% BI = -0.72 tot -0.34, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses een significante verlaging van het serum seleniumgehalte in de groep met borstkanker vergeleken met de groep zonder borstkanker [-1.14 μg/L, 95% BI = -1.70 tot -0.58, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses een significante verlaging van het plasma seleniumgehalte in de groep met borstkanker vergeleken met de groep zonder borstkanker [-0.21 μg/L, 95% BI = -0.37 tot -0.04, p 0.014].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses een significante verlaging van het seleniumgehalte in de teennagels in de groep met borstkanker vergeleken met de groep zonder borstkanker [-0.21 μg/L, 95% BI = -0.38 tot -0.03, p 0.021].

De onderzoekers concludeerden dat een laag seleniumgehalte de kans op het krijgen van borstkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Relationship Between Selenium in Human Tissues and Breast Cancer: a Meta-analysis Based on Case-Control Studies by Zhu X, Pan D, […], Sun G.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33420696/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over selenium en borstkanker.

Het seleniumgehalte in het lichaam kan verhoogd worden door voeding te eten die veel selenium bevat en/of door seleniumsupplementen te slikken.

Probiotica supplementen verlagen hart- en vaatziekten bij nierpatiënten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Chronische nierziekte is wereldwijd een groot gezondheidsprobleem. Het bewijs dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen bij de behandeling van chronische nierziekte ondersteunt, is gemengd, hoewel sommige onderzoeken suggereren dat ze nuttig kunnen zijn. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten en oxidatieve stress bij patiënten met chronische nierkziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, het totale cholesterolgehalte van patiënten met chronische nierziekte significant verlaagde [SMD = -0.25, 95% BI = -0.46 tot -0.04, I2 = 00.0%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, het nuchter bloedglucose-gehalte van patiënten met chronische nierziekte significant verlaagde [SMD = -0.41, 95% BI = -0.65 tot -0.17, I2 = 00.0%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, de HOMAR-IR waarde van patiënten met chronische nierziekte significant verlaagde [SMD = -0.63, 95% BI = -0.95 tot -0.30, I2 = 43.3%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, het insulinegehalte van patiënten met chronische nierziekte significant verlaagde [SMD = -0.49, 95% BI = -0.90 tot -0.08, I2 = 65.2%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, het hoogsensitieve CRP-gehalte van patiënten met chronische nierziekte significant verlaagde [SMD = -0.52, 95% BI = -0.81 tot -0.22, I2 = 52.7%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, het malondialdehyde-gehalte van patiënten met chronische nierziekte significant verlaagde [SMD = -0.79, 95% BI = -1.22 tot -0.37, I2 = 69.8%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, de kwantitatieve insulinegevoeligheidscontrole-index (QUICKI) van patiënten met chronische nierziekte significant verhoogde [SMD = 0.78, 95% BI = 0.51 tot 1.05, I2 = 00.0%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, het totale antioxidantencapaciteit van patiënten met chronische nierziekte significant verhoogde [SMD = 0.42, 95% BI = 0.18 tot 0.66, I2 = 00.0%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, het glutathionegehalte van patiënten met chronische nierziekte significant verhoogde [SMD = 0.52, 95% BI = 0.19 tot 0.86, I2 = 37.0%].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten en oxidatieve stress bij patiënten met chronische nierkiekte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Probiotic, Prebiotic, and Synbiotic Supplementation on Cardiometabolic and Oxidative Stress Parameters in Patients with Chronic Kidney Disease: a Systematic Review and Meta-analysis by Bakhtiary M, Morvaridzadeh M, […], Heshmati J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33526314/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s, cholesterol, het verlagen van CRP-gehalte, probiotica, suikerziekte en nierziekte.

Probiotica zijn bacteriën die gunstige gezondheidseffecten hebben in de darmen. Prebiotica zijn stoffen (meestal vezels) die als voeding dienen voor deze darmbacteriën, het microbioom. Probiotica en prebiotica zijn verkrijgbaar in de vorm van supplementen. Synbiotica zijn in principe een combinatie van probiotica en prebiotica.
 

Veel β-cryptoxanthine via voeding verlaagt botontkalking en heupfracturen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van zowel botontkalking als heupfracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 cohort studies, 4 patiënt-controle studies en 4 cross-sectionele studies met in totaal 100496 deelnmemers. 

De methodologische kwaliteit van alle studies werden als "redelijk" tot "goed" beoordeeld.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van botontkalking significant met 24% [OR = 0.76, 95% BI = 0.66 tot 0.88, p = 0.0002, I2 = 36%, p = 0.11] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van botontkalking onder vrouwen significant met 28% [OR = 0.72, 95% BI = 0.58 tot 0.91, p = 0.005, I2 = 59%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van botontkalking onder mannen significant met 20% [OR = 0.80, 95% BI = 0.65 tot 1.00, p = 0.05, I2 = 11%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 28% [OR = 0.72, 95% BI = 0.60 tot 0.87, p = 0.0008, I2 = 55%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van heupfracturen onder vrouwen significant met 29% [OR = 0.71, 95% BI = 0.54 tot 0.94, p = 0.02, I2 = 71%] verlaagde.
Dit verlaagde risico was echter niet signifcant onder mannen.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van zowel botontkalking als heupfracturen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of β-Cryptoxanthin on Improvement in Osteoporosis Risk: A Systematic Review and Meta-Analysis of Observational Studies by Kim SJ, Anh NH, […], Kwon SW.

Link:
https://www.mdpi.com/2304-8158/10/2/296/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over β-cryptoxanthine, botontkalking en ouderdom
 

Gember verlaagt causaal oxidatieve stress

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van gember causaal de kans op het krijgen van oxidatieve stress?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van gember de glutathione-peroxidase activiteit significant verhoogde [SMD = 1.64, 95% BI = 0.43 tot 2.85, I2 = 86.8%].

De onderzoekers vonden dat het eten van gember de totale antioxidantencapaciteit significant verhoogde [SMD = 0.40, 95% BI = 0.06 tot 0.73, I2 = 42.8%].

De onderzoekers vonden dat het eten van gember het malondialdehydegehalte significant verlaagde [SMD = -0.69, 95% BI = -1.26 tot -0.12, I2 = 85.8%].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van gember de kans op het krijgen van oxidatieve stress causaal verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of ginger (Zingiber officinale) supplementation on oxidative stress parameters: A systematic review and meta-analysis by Morvaridzadeh M, Sadeghi E, […], Heshmati J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33458848/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s, gember en chronische ziekte.

Een teveel aan vrije radicalen of een tekort aan antioxidanten zorgt voor oxidatieve stress: een beschadiging aan de gezonde weefsels en cellen in het lichaam. Oxidatieve stress leidt tot ontstekingen en omgekeerd leiden ontstekingen tot oxidatieve stress. Oxidatieve stress kan gemeten worden aan de hand van de volgende parameters: de glutathione-peroxidase activiteit, de totale antioxidantencapaciteit en het malondialdehydegehalte.
Chronische ontstekingen kunnen leiden tot ziekten, zoals hart- en vaatziekten en COPD.

Dagelijks 100 mg cholesterol verhoogt zwangerschapsdiabetes

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een hoge inname van cholesterol de kans op het krijgen van diabetes (suikerziekte) tijdens de zwangerschap (zwangerschapsdiabetes)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 cohort studies, 4 cross-sectionele studies en 2 patënt-controle studies met in totaal 30123 deelnemers, waarvan 3237 vrouwen met zwangerschapdiabetes.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met de laagste inname, verhoogde de hoogste inname van cholesterol de kans op het krijgen van zwangerschapsdiabetes significant met 49% [gepoolde RR = 1.49, 95% BI = 1.18 tot 1.88].

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 100 mg cholesterol per dag, de kans op het krijgen van zwangerschapsdiabetes significant met 32% [gepoolde RR = 1.32, 95% BI = 1.20 tot 1.45] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge inname van cholesterol (minimaal 100 mg per dag) de kans op het krijgen van zwangerschapsdiabetes verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Cholesterol Intake and Risk of Gestational Diabetes Mellitus: A Meta-Analysis of Observational Studies by Gao F and Cui CY.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33416437/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap, diabetes (suikerziekte) en het verlagen van cholesterol.

Het cholesterolgehalte in levensmiddelen kunt u hier vinden.
 

Albuminegehalte van COPD-patiënten is lager dan van niet COPD-patiënten

Onderzoeksvraag:
Is het serum albuminegehalte van COPD-patiënten lager dan van niet COPD-patiënten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 26 studies met in totaal 2554 patiënten met COPD (74% man, gemiddelde leeftijd 61.7 jaar) en 2055 mensen zonder COPD (63% man, gemiddelde leeftijd 64.6 jaar).
24 van de 26 studies waren cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat het serum albuminegehalte van COPD-patiënten significant lager was dan van niet COPD-patiënten [SMD = -0.50, 95% BI = -0.67 tot -0.32, p 0.001, I2 = 85.7%, p 0.001].
Dit resultaat bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden geen significant verschil in het serum albuminegehalte van COPD- patiënten met het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) 50% en COPD- patiënten met FEV1 > 50%.

De onderzoekers concludeerden dat het serum albuminegehalte van COPD-patiënten lager was dan van niet COPD-patiënten.

Oorspronkelijke titel:
Serum Albumin Concentrations in Stable Chronic Obstructive Pulmonary Disease: A Systematic Review and Meta-Analysis by Zinellu E, Fois AG, […], Pirina P.

Link:
https://www.mdpi.com/2077-0383/10/2/269/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s en COPD.

Normaal gesproken plast u nauwelijks eiwit uit. Maar als u diabetes (suikerziekte) hebt, kunnen uw nieren slechter gaan werken. Ze filteren dan niet meer goed en laten eiwitten uit het bloed door. Dat zijn microscopisch kleine deeltjes. Er worden meerdere soorten eiwitten doorgelaten, maar albumine is het belangrijkste eiwit dat op deze manier in de urine terecht komt. Als u eiwit in de urine hebt, heet dat “albuminurie”.

Als u diabetes hebt, krijgt u regelmatig een standaardcontrole op albumine, dus eiwit in de urine. Het is belangrijk dat albuminurie snel wordt ontdekt, omdat een goede behandeling verdere schade aan de nieren kan beperken.

12 g/dag albumine wordt in de lever gesynthetiseerd. De halveringstijd van albumine is 21 dagen. Onder normale omstandigheden zit in de urine 10-20 mg albumine.

Vitamine C supplementen verlagen mogelijk bloeddruk bij patiënten met suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er zijn aanwijzingen dat het slikken van vitamine C supplementen een mogelijke therapie kan zijn bij het behandelen van suikerziekte type 2. Echter, de effectiviteit en de kwaliteit van het bewijs vereisen verdere evaluatie en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbetert het slikken van vitamine C supplementen de glykemische controle, de cardiovasculaire risicofactoren en de oxidatieve stress bij patiënten met suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 RCT’s met in totaal 1574 deelnemers.
De interventieduur was 6 maanden.
De grootte per studie was 100 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in RCT’s met een matige bewijslast, dat het slikken van vitamine C supplementen de systolische bloeddruk significant verlaagde [MD = -6.27, 95% BI = -9.60 tot -2.96 mmHg, p = 0.0002].

De onderzoekers vonden in RCT’s met een lage bewijslast, dat het slikken van vitamine C supplementen het HbA1c-gehalte significant verlaagde [MD = -0.54%, 95% BI = -0.90 tot -0.17, p = 0.004].

De onderzoekers vonden in RCT’s met een lage bewijslast, dat het slikken van vitamine C supplementen de diastolische bloeddruk significant verlaagde [MD = -3.77, 95% BI = -6.13 tot -1.42 mmHg, p = 0.0002].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine C supplementen de bloeddruk bij patiënten met suikerziekte type 2 mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat de RCT’s een lage tot matige bewijslast hadden.

Oorspronkelijke titel:
Effects of Vitamin C Supplementation on Glycemic Control and Cardiovascular Risk Factors in People With Type 2 Diabetes: A GRADE-Assessed Systematic Review and Meta-analysis of Randomized Controlled Trials by Mason SA, Keske MA and Wadley GD.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33472962/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine C, het verlagen van de bloeddruk en suikerziekte.

Suikerziekte type 1 verlaagt botmineraaldichtheid bij kinderen en adolescenten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt suikerziekte type 1 de botmineraaldichtheid bij kinderen en adolescenten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 cross-sectionele studies met in totaal 1522 kinderen en adolescenten.   
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suikerziekte type 1 de Z-score van de botmineraaldichtheid van het hele lichaam bij kinderen en adolescenten significant verlaagde [gepoolde WMD = -0.47, 95% BI = -0.92 tot -0.02, I2 = 80.2%].
Dit resultaat bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden dat suikerziekte type 1 de Z-score van de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom bij kinderen en adolescenten significant verlaagde [gepoolde WMD = -0.41, 95% BI = -0.69 tot -0.12, I2 = 80.3%].
Dit resultaat bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat suikerziekte type 1 de botmineraaldichtheid, met name van de lumbale wervelkolom bij kinderen en adolescenten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association between type 1 diabetes mellitus and reduced bone mineral density in children: a meta-analysis by Zhu Q, J Xu J, […], Shi J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33404757/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verhogen van de botmineraaldichtheid en suikerziekte.

De botmineraaldichtheid kan verhoogd worden door krachttraining.
 

Omega-3 vetzuren via voeding verlaagt recidief veneuze trombo embolie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van omega-3 vetzuren of vis de kans op het krijgen van veneuze trombo embolie (VTE)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 prospectieve cohort studies.

De follow-up duur (de duur van de studies) varieerde van 0.5 tot 19 jaar.
De grootte van de studies varieerde tussen 595 en 80263 deelnemers.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van vis en de kans op het krijgen van veneuze trombo embolie (VTE) [multi-variable adjusted RR = 1.02, 95% BI = 0.93 tot 1.11, p = 0.709, I2 = 33%, p = 0.176].
Geen verband werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van omega-3 vetzuren de kans op het krijgen van veneuze trombo embolie (VTE) significant met 11% verlaagde [multi-variable adjusted RR = 0.89, 95% BI = 0.80 tot 0.98, p = 0.024, I2 = 0%, p = 0.469].
Dit significant verlaagde risico werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van omega-3 vetzuren de kans op het krijgen van recidief veneuze trombo embolie (VTE) significant met 55% verlaagde [multi-variable adjusted RR = 0.45, 95% BI = 0.25 tot 0.81, p = 0.008, I2 = 26.4%, p = 0.244].
Significant omdat de gevonden p-waarde van 0.008 kleiner was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van omega-3 vetzuren de kans op het krijgen van recidief veneuze trombo embolie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Associations of Fish and Omega-3 Fatty Acids Consumption With the Risk of Venous Thromboembolism. A Meta-Analysis of Prospective Cohort Studies by Zhang Y, Ding J, [...],Li Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7793732/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over omega-3 vetzuren, visconsumptie en hart- en vaatziekten.

Veneuze trombo embolie (VTE) is een van de meest voorkomende en ernstigste complicaties na een heup- of knievervangende operatie. Meestal ontstaat het bloedstolsel in een ader van het been: diep veneuze trombose (DVT) of blokkeert het een ader in de longen: een longembolie.
Een veneuze trombo embolie kan behandeld worden met een directwerkend oraal anticoagulans (DOAC) of met de combinatie van een laagmoleculairgewicht-heparine (LMWH) en een vitamine K-antagonist (VKA) als initiële behandeling, gevolgd door een 3-6 maanden durende de onderhoudsbehandeling met een vitamine K-antagonist.

 

Melatonine supplementen verbeteren slaapkwaliteit van volwassenen met slaapstoornis

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert het slikken van melatonine supplementen de slaapkwaliteit van volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte  23 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van melatonine supplementen de slaapkwaliteit, gemeten met de Pittsburgh Sleep Quality Index (PSQI) significant verbeterde [WMD = -1.24, 95% BI = -1.77 tot -0.71, p = 0.000, I2 = 80.7%, p = 0.000].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van melatonine supplementen de slaapkwaliteit, gemeten met de Pittsburgh Sleep Quality Index (PSQI) van mensen met luchtwegenaandoeningen, significant verbeterde [WMD = -2.20, 95% BI = -2.97 tot -1.44, p = 0.000].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van melatonine supplementen de slaapkwaliteit, gemeten met de Pittsburgh Sleep Quality Index (PSQI) van mensen met een stofwisselingsziekte, significant verbeterde [WMD = -2.74, 95% BI = -3.48 tot -2.00, p = 0.000].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van melatonine supplementen de slaapkwaliteit, gemeten met de Pittsburgh Sleep Quality Index (PSQI) van mensen met een slaapstoornis, significant verbeterde [WMD = -0.67, 95% BI = -0.98 tot -0.37, p = 0.000].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van melatonine supplementen de slaapkwaliteit van mensen met een slaapstoornis, een stofwisselingsziekte of luchtwegenaandoeningen verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of melatonin supplementation on sleep quality: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Fatemeh G, Sajjad M, […], Khadijeh M.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33417003/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s en luchtwegenaandoeningen.

Melatonine is een hormoon dat bij mensen in de pijnappelklier (epifyse) geproduceerd wordt uit serotonine. Melatonine speelt een rol in het slaap-waakritme van ons lichaam. Het zorgt ervoor dat we slaperig worden als het donker wordt.
De natuurlijke productie van melatonine door de pijnappelklier wordt direct gekoppeld aan de blootstelling aan het licht van bepaalde receptoren in het netvlies van de ogen. Bij de aanwezigheid van blauwachtig licht (uit zonlicht of uit kunstlicht en monitor) wordt de productie van melatonine geremd.