Voeding en gezondheid

Suikerziekte

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar suikerziekte: 
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

2022:

  1. Dagelijks 500 mg flavonoïden via voeding verlaagt hart- en vaatziekte, suikerziekte en een hoge bloeddruk
  2. Vitamine D-tekort verhoogt blindheid bij mensen met suikerziekte
  3. Dagelijks 50 mg amandelen verlagen causaal slecht cholesterol bij mensen met suikerziekte type 2
  4. Gembersupplementen verlagen nuchter bloedsuikergehalte van patiënten met suikerziekte type 2

2021:

  1. Veel carotenoïden via voeding verlagen suikerziekte type 2
  2. Zoutverlaging verlaagt causaal bloeddruk bij mensen met suikerziekte type 2
  3. Dagelijks 80 gram aardappelen verhogen suikerziekte type 2
  4. Vitamine C supplementen verlagen cholesterolgehalte van mensen met suikerziekte type 2
  5. Spirulina supplementen verlagen nuchter bloedglucosegehalte van mensen met suikerziekte type 2
  6. Druiven verlagen causaal HOMA-IR waarde bij volwassenen
  7. Chromiumsupplementen verhogen goed cholesterol van mensen met suikerziekte type 2
  8. L-arginine supplementen verlagen niet suikerziekte bij volwassenen
  9. 1.5 g/d knoflooksupplementen verhogen adiponectinegehalte bij mensen onder 30 jaar
  10. Veel pindakaas verlaagt mogelijk suikerziekte type 2
  11. Dieet met <30 En% koolhydraten verhoogt causaal adiponectinegehalte bij volwassenen
  12. Dagelijks 1.5 g EPA + DHA verbetert insulinegevoeligheid bij kinderen
  13. Vitamine C supplementen verlagen mogelijk bloeddruk bij patiënten met suikerziekte type 2
  14. Suikerziekte type 1 verlaagt botmineraaldichtheid bij kinderen en adolescenten

2020:

  1. 2-3 porties vis per week verlagen coronaire hartziekte onder patiënten met suikerziekte type 2
  2. Vitamine B3-supplementen verlagen slecht cholesterol van patiënten met suikerziekte type 2
  3. Dagelijks 8.4 tot 10 gram inulinesupplementen voor 8 weken verlagen suikerziekte type 2
  4. Zuurbessen verlagen insulinegehalte
  5. Dagelijks 40 gram soja consumptie gedurende 12 weken verhoogt het IGF-1 gehalte
  6. Dagelijs 100 mg magnesium via voeding verlaagt een beroerte
  7. Dagelijks 100 gram (rood)vlees verhoogt suikeziekte type 2
  8. Probiotica verlagen hart- en vaatziekte
  9. Psylliumvezel verlaagt slecht cholesterol bij mensen met suikerziekte
  10. Tofu verlaagt suikerziekte type 2
  11. Obesitas verhoogt dementie

2019:

  1. Veel zink via voeding verlaagt suikerziekte type 2
  2. 100 mg magnesium verlaagt suikerziekte type 2
  3. Pinda’s verlagen het nuchter insulinegehalte
  4. Vetarme zuivelproducten verlagen buikomtrek en lichaamsgewicht
  5. Graanvezels via voeding verlagen suikerziekte type 2
  6. Patiënten met suikerziekte hebben baat bij voeding met een lage n-6/n-3 ratio
  7. Zinksupplementen verlagen suikerziekte
  8. Hoge eiwitconsumptie verhoogt suikerziekte type 2
  9. Probiotica en prebiotica verlagen onstekingen bij suikerpatiënten
  10. Foliumzuursupplementen verlagen nucher insulinegehalte
  11. Suikerpatiënten type 2 hebben baat bij 13.1 gram viskeuze voedingsvezelssupplementen

2018:

  1. 88 µg vitamine D per dag verlaagt suikerziekte type 2
  2. 1 portie aardappelen per dag verhoogt suikerziekte type 2
  3. Dagelijks 150 gram friet verhoogt suikerziekte type 2
  4. Knoflook verlaagt het nuchter glucosegehalte van patiënten met suikerziekte
  5. Gembersupplementen verlagen lichaamsgewicht van mensen met overgewicht of obesitas
  6. Dagelijks veel granenvezels verlaagt mogelijk suikerziekte type 2
  7. Een voeding met 6 En% plantaardig eiwit verlaagt suikerziekte type 2
  8. Minimaal 550 mg flavonoïden per dag verlaagt suikerziekte type 2
  9. Vetrijk dieet verhoogt suikerziekte type 2
  10. Foliumzuursupplementen verlagen het nuchter glucosegehalte
  11. Mensen met suikerziekte type 2 hebben baat bij lage GI-diëten
  12. Vitamine K-supplementen verlagen niet suikerziekte type 2
  13. 3 gram L-carnitinesupplementen verlagen het leptinegehalte van suikerpatiënten

2017:

  1. Een hoog kaliumgehalte in het bloed verlaagt suikerziekte type 2
  2. Granaatappelsupplementen verlagen niet suikerziekte
  3. Mensen met suikerziekte type 2 hebben baat bij een koolhydratenarm dieet
  4. Een dieet met 4.4 gram alfa-linoleenzuur gedurende 3 maanden verlaagt niet suikerziekte type 2
  5. Vetegarisch dieet verlaagt suikerziekte type 2
  6. Wekelijks 30-180 gram chocolade verlaagt hart- en vaatziekten en suikerziekte
  7. Probiotica-supplementen verlagen bloedglucosegehalte van suikerpatiënten type 2
  8. Vitamine K-supplementen verlagen niet suikerziekte
  9. Olijfolie verlaagt suikerziekte type 2
  10. Mensen met suikerziekte type 2 hebben baat bij een dieet met minder 45 En% koolhydraten
  11. Vitamine C-supplementen gedurende minimaal 30 dagen verlaagt het glucosegehalte van suikerpatiënten type 2
  12. Magnesiumsupplementen verlagen hart- en vaatziekten onder suikerpatiënten type 2
  13. Appels en peren verlagen suikerziekte type 2
  14. Een laag folaat- en vitamine B12-gehalte verhogen zenuwpijn bij suikerpatiënten type 2
  15. Vitamine C en D verlagen de bloeddruk van suikerpatiënten type 2

2016:

  1. Vitamine D supplementen verlagen het LDL-cholesterolgehalte van suikerpatiënten type 2
  2. Suikerziekte verhoogt borstkanker onder vrouwen
  3. Probiotica verlagen het nuchter glucosegehalte van suikerpatiënten
  4. Flavanolen uit cacao verlagen hart- en vaatziekten en suikerziekte type 2
  5. Suikerziekte type 2 verhoogt mogelijk dikke darmkanker
  6. Dagelijks 260 mg co-enzym Q10 supplementen verlagen het nuchter glucosegehalte
  7. Dagelijks 1-6 gram EPA + DHA verlaagt mogelijk ontstekingen in mensen met suikerziekte type 2
  8. Een voedingspatroon met veel dierlijke eiwitten verhoogt suikerziekte type 2
  9. Minimaal 17 gram bessen per dag verlaagt suikerziekte type 2
  10. Magnesiumsupplementen verlagen  het nuchter plasma glucosegehalte van mensen met suikerziekte
  11. Soja-eiwitten verlagen nuchter glucosegehalte van mensen met suikerziekte type 2
  12. Minimaal 8 weken probiotica verlaagt suikerziekte type 2
  13. Dagelijks 1 portie suikergezoete dranken verhoogt suikerziekte type 2
  14. Magnesiumsupplementen gedurende 4 maanden of langer verlagen het nuchter glucosegehalte
  15. Een seleniumbloedwaarde tussen 97.5 en 132.5 μg/L verlaagt suikerziekte type 2
  16. Suikerpatiënten type 2 hebben een laag vitamine D-bloedgehalte
  17. Suikerziekte type 2 verhoogt de ziekte van Parkinson
  18. Dagelijks 2-3 glazen wijn verlaagt suikerziekte type 2
  19. Isoflavonen verlagen suikerziekte type 2 bij menopauzale vrouwen
  20. Vitamine D-supplementen verlaagt bloeddruk van mensen met suikerziekte type 2
  21. Een lichte tot matige alcoholconsumptie verlaagt suikerziekte type 2
  22. Krachttraining verlaagt systolische bloeddruk van mensen met het metabole syndroom
  23. Patiënten met suikerziekte type 2 hebben alleen baat bij het slikken van chromium afkomstig van biergist
  24. Een laag vet-dieet of een laag koolhydraten-dieet verlaagt gewichtsverlies
  25. Minimaal 3 eieren per week verhoogt suikerziekte type 2 onder Amerikanen
  26. Veel bessen, donkergroene bladgroenten en kruisbloemige groenten verlaagt suikerziekte type 2
  27. Veel kruisbloemige groenten verlaagt suikerziekte type 2
  28. 2.5-3.5 gram haver beta-glucanen gedurende 3 tot 8 weken verlaagt het nuchter glucosegehalte van patiënten met suikerziekte type 2

2015:

  1. Suikerpatiënten hebben mogelijk baat bij plantaardig eiwit
  2. Dagelijks 50 gram bewerkt vlees verhoogt het nuchter glucosegehalte bij mensen met overgewicht
  3. Dagelijks 100 mg magnesium via voeding verlaagt suikerziekte type 2

2014:

  1. Dagelijks 1 portie fruit verlaagt suikerziekte type 2
  2. Vitamine D-supplementen verlaagt niet suikerziekte type 2
  3. Minstens 200 gram fruit per dag verlaagt suikerziekte type 2
  4. Dagelijks 330 ml frisdrank verhoogt suikerziekte type 2
  5. Havermout verlaagt het nuchter insulinegehalte
  6. Matig alcoholgebruik verbetert de insulinegevoeligheid bij vrouwen
  7. Een hoge inname van suikergezoete vruchtensap verhoogt suikerziekte type 2
  8. 1-6 kopjes koffie per dag verlagen suikerziekte type 2 
  9. Minstens 25 gram vezels per dag verlaagt suikerziekte type 2

2013:

  1. Zinksupplementen verlagen het nuchter bloedsuikergehalte
  2. Een kransslagader calcium score boven 10 verhoogt hart- en vaatziekten onder patiënten met suikerziekte type 2
  3. Een vitamine D-bloedwaarde lager dan 50 nmol/L tijdens de zwangerschap verhoogt pre-eclampsie, zwangerschapdiabetes, een vroeggeboorte en een SGA-baby
  4. Een hoog vitamine D bloedniveau verlaagt suikerziekte type 2
  5. Dagelijks 50 mg magnesium via voeding verlaagt het nuchter glucose- en insulinegehalte
  6. 250 mcg chromiumsupplementen verlaagt het nuchter bloedsuikerniveau van suikerpatiënten type 2
  7. Visoliesupplementen verlagen mogelijk suikerziekte type 2
  8. 12 weken groene thee of langer verlaagt het nuchter bloedsuikergehalte
  9. Veel flavonoïden via voeding verlaagt suikerziekte type 2
  10. Mensen met suikerziekte hebben baat bij een koolhydratenarm-, eiwitrijk-, Mediterraan- of een laag GI-dieet
  11. Heemijzer verhoogt suikerziekte type 2
  12. Meer dan 95 gram suikers per 2000 kcal verhoogt suikerziekte type 2
  13. Een verhoogde CRP- en IL-6-bloedconcentratie verhogen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2

2012:

  1. Witte rijst verhoogt de kans op suikerziekte type 2
  2. Suikerziektepatiënten type 2 hebben baat bij vezelinname
  3. Een hoog ferritinegehalte en een hoge heem-ijzerinname verhogen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2
  4. Koffie verlaagt de kans op suikerziekte type 2
  5. Geen verband tussen transvetzuren en de suikerhuishouding
  6. Foliumzuursupplementen verlagen het homocysteïnegehalte bij mensen met suikerziekte type 2
  7. Suikerziekte verhoogt de kans op primaire leverkanker

2010:

  1. Donkergroene bladgroenten verlagen mogelijk de kans op het krijgen van suikerziekte type 2

2009:

  1. Peulvruchten verlagen mogelijk de bloedsuikerwaarden in mensen met of zonder suikerziekte

2008:

  1. Een GI-voeding van 58 verhoogt suikerziekte type 2 en borstkanker

XXXXXXXXXXXXXXXX

De bloedsuikerspiegel (bloedglucosegehalte) van het lichaam wordt geregeld door het hormoon insuline, dat gemaakt wordt in de eilandjes van Langerhans van de alvleesklier.
Insuline zorgt ervoor dat het bloedsuikergehalte gedurende de dag binnen de bepaalde grenzen blijft. Bij gezonde mensen ligt het bloedsuikergehalte tussen 4 tot 6 millimol per liter (nuchter) en 9 millimol per liter (na een maaltijd).
Wanneer na het eten het bloedsuikerspiegel stijgt, maakt de alvleesklier veel insuline aan. Door de hoge hoeveelheid insuline daalt het bloedsuikerspiegel en zo houdt het lichaam de bloedsuikerspiegel binnen de grens van 4 tot 6 millimol per liter.

Suikerziekte is eigenlijk een misleidende naam want in principe wordt suikerziekte niet veroorzaakt door de (hoge) consumptie van suiker. Bij suikerziekte kan het lichaam het bloedsuikergehalte namelijk niet meer in evenwicht (tussen 4 en 6 millimol per liter) houden. Het nuchter bloedsuikergehalte van suikerpatiënten ligt daardoor boven 8 millimol per liter.
De medische term voor suikerziekte is diabetes mellitus. Diabetes mellitus is Latijn voor honingzoete doorstroming. De naam is ontleend aan één van de belangrijkste verschijnselen bij diabetes, namelijk de productie van grote hoeveelheden zoete urine. De zoete urine is het gevolg van een te hoge concentratie van suiker in het bloed. Door het verwijderen van suiker via de urine probeert het lichaam de hoge bloedsuikerspiegel te verlagen. Dit verklaart waarom suikerpatiënten vaak naar de toilet moeten. Een langdurig hoger suikergehalte in het bloed, wat bij suikerziekte vaak het geval is, kan nier-, oog- en voetproblemen geven; de genaamde diabetes complicaties.

Suikerziekte is een chronische stofwisselingsziekte waarbij het suikergehalte in het bloed verhoogd is. Suikerziekte kan in 2 typen worden ingedeeld: type 1 en type 2.
Bij suikerziekte type 1 kan het lichaam niet goed of niet meer insuline produceren. Suikerziekte type 1 komt veel voor bij jongeren en kinderen, maar is in het algemeen een vorm die minder vaak voorkomt dan type 2. Suikerziekte type 1 is ongeneesbaar en de precieze oorzaak is vaak onbekend. Suikerziekte type 1 wordt ook insuline-afhankelijke diabetes mellitus genoemd.
Bij suikerziekte type 2 reageert het lichaam niet meer goed op de insuline. Suikerziekte type 2 komt voornamelijk voor bij ouderen en bij mensen met overgewicht (BMI>25). De behandeling van suikerziekte type 2 bestaat in de eerste instantie uit dieetadviezen in combinatie met het bereiken van een gezond gewicht (BMI = 18.5-25). In tegenstelling tot type 1 is type 2 geneesbaar. Suikerziekte type 2 wordt ook niet-insuline-afhankelijke diabetes mellitus genoemd.
Aangezien suikerziekte type 1 en type 2 níet dezelfde oorzaken hebben, worden ze heel verschillend van elkaar behandeld. Terwijl de behandeling van type 2 voornamelijk uit voedingsadviezen in combinatie met afvallen bestaat, bestaat de behandeling van type 1 voornamelijk uit het toedienen van insuline of het transplanteren van de alvleesklier.

Dit zijn de gevolgen waar veel suikerpatiënten mee te maken kunnen krijgen:

  • Amputatie van ledematen
  • Depressie
  • Hart- en vaatziekten
  • Huidproblemen
  • Maag- en darmenproblemen
  • Nieraandoeningen
  • Oogaandoeningen
  • Problemen aan de gewrichten
  • Problemen met de hersenen
  • Seksualiteitsproblemen
  • Voetproblemen
  • Zenuwenaandoeningen

Suikerziekte kan vastgesteld worden aan de hand van de volgene biomerkers (stof die door een verhoging of verlaging in het bloed/lichaam een indicator is van een bepaalde ziekte):

  • HOMA-IR test. Bij deze test wordt de nuchtere serum glucoseconcentratie vermenigvuldigd met de nuchtere serum insulineconcentratie en gedeeld door 22.5. Er is sprake van insulineresistentie bij een waarde groter dan 2.71.
    Suikerpatiënten hebben een HOMA-IR waarde boven 2.71.
  • Nuchter bloedsuikerspiegel. De bloedglucosespiegel (glykemie, suikerspiegel, suikergehalte) is een maat voor de hoeveelheid glucose die opgelost is in het bloed en wordt uitgedrukt in millimol per liter (mmol/l). Een normale nuchtere waarde (acht uur daarvoor niets gegeten of gedronken behalve water) ligt tussen de 4.0 en de 6.0 mmol/L.
    Suikerpatiënten hebben een nuchter bloedglucosespiegel boven 6.0 mmol/L.
  • HbA1c-gehalte. Rode bloedcellen in het lichaam hebben een levensduur van 2-3 maanden. Het HbA1c (of glyHb) geeft het percentage rode cellen aan waaraan glucose is geplakt en weerspiegelt dus het gemiddelde glucosegehalte in de voorafgaande 2-3 maanden. Het HbA1c-gehalte in het bloed wordt vooral gebruikt om te beoordelen of mensen met suikerziekte goed worden behandeld of niet.
    Suikerpatiënten hebben een HbA1c-gehalte boven 7%.
  • De albumine/kreatinine ratio is de verhouding tussen de hoeveelheid albumine en de hoeveelheid kreatinine die is uitgescheiden in een urine portie. Met deze bepalingen wordt het risico op het ontwikkelen van een nierziekte of een hart- en vaatziekte ingeschat en vervolgd bij met name suikerpatiënten.
  • Adiponectine is een eiwit dat door gezonde vetcellen wordt afgescheiden. Het remt de eetlust en verbetert de werking van insuline waardoor spierweefsel meer energie kan opnemen.
    Bij de mensen met overgewicht (BMI>25) is de adiponectine-gehalte in het bloed lager dan bij de mensen met een normaal gewicht. Een lager adiponectine-gehalte wordt geassocieerd met een verminderde insulinegevoeligheid. Suikerpatiënten hebben een verminderde insulinegevoeligheid.
 GoedAanvaardbaarSuikerziekte type 2
Nuchter glucosegehalte (mmol/l)4-77 - 8> 8
Glucose 2 uur post prandiaal (mmol/l)< 99 - 10> 10
HbA1c-gehalte (%)< 77 - 8.5> 8.5

Voedingsadviezen bij suikerziekte:

  • Kies voor producten die minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal leveren, voor producten met maximaal 30 En% vet, voor producten met maximaal 7 En% verzadigde vet, voor producten met 10-20 En% eiwit, voor producten met maximaal 10 En% eenvoudige suikers en voor producten met een laag GI-getal (55 of lager) oftewel een dagelijkse voeding met:

    10-20 En% eiwit, maximaal 30 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet, maximaal 0.3 gram zout per 100 kcal, maximaal 10 En% eenvoudige suikers en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal.
     
  • Streef naar een gezond gewicht. Een gezond gewicht heeft een BMI van 18.5-25. BMI is gewicht gedeeld door lengte in kwadraat oftewel gewicht (kg)/lengte2 (m).
  • Minimaal 60-90 minuten per dag besteden aan lichaamsbeweging of minimaal 10.000 stappen per dag.
  • Eet minimaal 3 keer per week vette vis. Vette vis bevat meer EPA en DHA dan niet-vette vis.
  • Eet ten minste 200 gram groente en ten minste 200 gram  fruit per dag oftewel 30-40 gram voedingsvezels per dag.
  • Eet veel volkorenproducten, zoals bruinbrood en havermout en peulvruchten.
  • Beperk tot 1-2 glazen alcohol voor mannen en 0-1 glas voor vrouwen per dag oftewel <20 gram alcohol per dag.

Overgewicht

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar de relatie tussen voeding en overgewicht:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

2023:

2021:

  1. Eiwitrijk dieet verlaagt lichaamsgewicht
  2. Veel vitamine C via voeding verlaagt metabole syndroom
  3. Koolhydraten verhogen metabool syndroom
  4. Roodvlees verhoogt metabole syndroom
  5. Veel noten leiden tot gewichtsafname
  6. Obesitas verhoogt dikke darmkanker bij mannen met Lynch Syndroom
  7. Een hoge GI dieet verhoogt metabool syndroom
  8. Overgewicht verhoogt leverkanker
  9. 1.2 tot 60 mg/d carotenoïdensupplementen verlagen overgewicht
  10. Bruine rijst is beter voor het lichaam dan witte rijst
  11. Vitamine E supplementen verhoogt BMI van mensen met een normale BMI
  12. Vitamine D supplementen tijdens zwangerschap of kindertijd verlaagt vetzucht bij kinderen

2020:

  1. Zuivelproducten verlagen causaal vetmassa en BMI onder volwassenen met overgewicht
  2. Pistachenoten verlagen het BMI
  3. Alfa-liponzuur supplementen verlagen buikomtrek van vrouwen
  4. Coënzym Q10-supplementen verlagen niet lichaamsgewicht en BMI
  5. Vis verlaagt het metabole syndroom
  6. Ongezonde buikomtrek verhoogt leverkanker
  7. 6 maanden genisteïne verlaagt bloedruk van patiënten met metabole syndroom

2019:

  1. Een hoog serum kopergehalte verhoogt obesitas
  2. 100 gram fruit per dag verlagen het metabole syndroom
  3. 150 mg/dag quercetine-supplementen verlagen LDL-cholesterol van mensen met obesitas
  4. Dagelijks 280 mg calcium verlaagt mogelijk het metabole syndroom
  5. Mensen met overgewicht/obesitas hebben baat bij probiotica
  6. Dagelijks 400 μg chromiumsupplementen verlagen het vetgehalte
  7. Boomnoten verlagen metabole syndroom

2018:

  1. 500 mg flavanolen per dag verlaagt BMI
  2. 50 gram koolhydraten per dag verhoogt goed cholesterolgehalte
  3. Dagelijks 30 gram donkere chocolade verlaagt lichaamsgewicht
  4. Carotenoïden via voeding verlagen mogelijk het metabole syndroom
  5. Gembersupplementen verlagen lichaamsgewicht van mensen met overgewicht of obesitas
  6. 3 gram L-carnitinesupplementen verlagen het leptinegehalte van suikerpatiënten
  7. Groente en fruit verlagen het metabole syndroom

2017:

  1. Visoliesupplementen verbeteren niet de insulinegevoeligheid van mensen met suikerziekte type 2
  2. Veel vezels via voeding verlaagt mogelijk het metabole syndroom
  3. Veel groente of fruit verlaagt het metabole syndroom onder Aziaten
  4. Teveel vet in het lichaam vermindert de botmassa
  5. Granaatappelsupplementen verlagen niet suikerziekte
  6. Veel natrium in het lichaam verhoogt het metabole syndroom
  7. Het metabole syndroom verhoogt een ischemische beroerte
  8. Een hoger DHA-gehalte in het bloed verlaagt het metabole syndroom
  9. 30 gram lijnzaad per dag gedurende minimaal 12 weken verlaagt lichaamsgewicht van mensen met overgewicht
  10. n-3 PUFA supplementen verlaagt de buikomtrek van mensen met overgewicht of obesitas
  11. Groene thee verlaagt het LDL-cholesterolgehalte van mensen met overgewicht of obesitas
  12. CLA-supplementen verlagen niet overgewicht
  13. Overgewicht verhoogt hartritmestoornis

2016:

  1. Teveel buikvet verhoogt longkanker
  2. Noten verlagen het leptinegehalte
  3. Suikerziekte verhoogt het vallen bij ouderen
  4. Dagelijks 200 gram melk verlaagt mogelijk obesitas
  5. Overgewicht verhoogt de bloeddruk
  6. Anthocyaninen en flavonolen via voeding verlagen het lichaamsgewicht
  7. Carnitinesupplementen leiden tot gewichtsverlies
  8. 30 gram lijnzaad per dag gedurende 12 weken verlaagt ontstekingen in obese mensen
  9. Gewichtsverlies gedurende 6-12 maanden verlaagt hart- en vaatziekten
  10. Een laag koolhydratendieet verbetert nierfunctie van mensen met overgewicht
  11. Dagelijks 132 gram peulvruchten verlaagt lichaamsgewicht
  12. Probiotica gedurende minimaal 8 weken verlaagt het BMI
  13. Het metabole syndroom verlaagt non-vertebrale fracturen onder mannen
  14. Overgewicht verhoogt een beroerte
  15. Een dieet met 10 En% koolhydraten verlaagt vetpercentage van mensen met obesitas
  16. Obesitas (BMI>30) verhoogt seronegatieve reuma onder vrouwen
  17. Krachttraining verlaagt systolische bloeddruk van mensen met het metabole syndroom
  18. 1 portie zuivel per dag verlaagt overgewicht bij kinderen en adolescenten

2015:

  1. Overgewicht/obesitas verhoogt eierstokkanker onder premenopauzale vrouwen
  2. Dagelijks 50 gram bewerkt vlees verhoogt het nuchter glucosegehalte bij mensen met overgewicht
  3. Overgewicht/obesitas verhoogt kans op een ijzertekort
  4. Dagelijks 1 portie zuivelproducten verlaagt overgewicht
  5. Overgewicht en obesitas verhogen galblaaskanker
  6. Vegetarisch dieet leidt tot gewichtsverlies

2014:

  1. Mensen met overgewicht verliezen met een vetarm of koolhydraatarm dieet na 6 maanden 8-9 kg
  2. Dagelijks 150 mg magnesium via voeding verlaagt het metabole syndroom
  3. 100 gram magnesium via voeding verlaagt het metabool syndroom
  4. Het metabole syndroom verhoogt baarmoederkanker
  5. Een hoge rood- en bewerkt vleesconsumptie verhogen waarschijnlijk obesitas
  6. Consumptie van vis of visolie verlaagt het gewicht, het BMI, het lichaamsvet en de buikomtrek
  7. Een grote buikomtrek verhoogt mortaliteit, zelfs bij een normale BMI
  8. Overgewicht verhoogt alvleesklierziekten
  9. Overgewicht verhoogt pijn aan het spierskeletstelsel en het krijgen van letsels en fracturen bij kinderen

2013:

  1. Een dieet met veel noten verhoogt niet overgewicht
  2. Meer onderzoek nodig naar hoog-eiwit dieet en het voorkomen van overgewicht
  3. Mensen met overgewicht hebben baat bij een laag GI/GL dieet
  4. Soja-supplementen verlagen gewicht bij mensen met overgewicht
  5. 100 mg soja-isoflavonensupplementen per dag verlaagt het lichaamsgewicht bij niet-Aziatische postmenopauzale vrouwen
  6. Geen wetenschappelijk bewijs voor bloedgroependieet
  7. Het metabool syndroom verhoogt dikke darmkanker
  8. Suikers en frisdranken verhogen overgewicht
  9. Een BMI van 30 of hoger verhoogt de mortaliteit

2012:

  1. Elke kg gewichtstoename verhoogt hart- en vaatziekten bij vrouwen met 5.7% en bij mannen met 3.1%
  2. Psoriasis verhoogt overgewicht
  3. Een chronische, hoge calciuminname verhoogt de vetverbranding
  4. Een energiebeperkt dieet met een hoge zuivelinname verlaagt het gewicht
  5. GLP-1 receptor agonist verlaagt het lichaamsgewicht bij mensen met overgewicht
  6. Een voedingspatroon met veel vezels en zuivelproducten en minder geraffineerde granen, vlees en suikerrijke voedingsmiddelen en dranken verlaagt het lichaamsgewicht
  7. CLA-supplementen verlagen op lange termijn geen lichaamsgewicht

XXXXXXXXXXXXXXXXXX

Overgewicht is een toenemend probleem in Nederland. Er is sprake van overgewicht wanneer het BMI hoger is dan 25. Een gezond gewicht heeft een BMI van 18.5-25. Een vrouw met 65 kg en 1.57 meters heeft een BMI van 26.4 (65/(1.57x1.57)). BMI is kg/m2. Er is sprake van obesitas wanneer het BMI groter is dan 30.

De beste manier om overgewicht bij kinderen vast te stellen, is door de BMI te berekenen. Bij volwassenen moet naast de BMI ook de buikomtrek gemeten worden.

Iedereen die wil afvallen, wil dat het lichaam meer calorie in rust en meer vet verbrandt. Hoe kunnen deze twee doelstellingen bereikt worden?

Zorg dat tijdens het volgens van een dieet de ruststofwisseling niet daalt (vandaar de aanbeveling van diëtisten: valt niet meer dan 0.5-1 kg per week af).  Een lage ruststofwisseling houdt in dat het lichaam in rust minder caloriën verbrandt. Maar dat is niet wat u wilt, want u wilt tijdens het volgen van een dieet dat het lichaam meer caloriën verbrandt. Een lage ruststofwisseling wordt veroorzaakt doordat het lichaam niet genoeg koolhydraten binnenkrijgt en gedwongen wordt energie uit eiwit te halen. Wanneer het lichaam gedwongen wordt energie uit eiwit te halen, treedt er spierafbraak op. Spierafbraak leidt tot een lage ruststofwisseling. Er is sprake van spierafbraak wanneer tijdens het volgen van een dieet de bovenarm- en de kuitomtrek kleiner worden.
Om spierafbraak tijdens het volgen van een dieet te voorkomen wordt aangeraden te kiezen voor producten met 55-70 En% koolhydraten.

Om het spierverlies tijdens het volgen van een dieet te voorkomen, dient de voeding minstens 1.6 gram eiwit per kg lichaamsgewicht te bevatten. Bij een persoon van 65 kg betekent dat 65x1.6 = 104 kg eiwit per dag. 1.6 gram eiwit per kg lichaamsgewicht komt overeen met 20 En% eiwit.
Om spierafbraak tijdens het volgen van een dieet te voorkomen, dient gekozen te worden voor producten met 20-35 En% eiwit en/of voor producten met 55-70 En% koolhydraten in combinatie met krachtraining. Krachttraining verhoogt namelijk de ruststofwisseling. Een dalende rustwisseling is de veroorzaker van het jojo-effect tijdens het afvallen.

Cardio-fitness ook een goeie manier om vet te verbranden. Om efficiënt mogelijk vet te kunnen verbranden, moet cardio-fitness uitgevoerd worden waarbij de hartfrequentie tussen 75 en 90% van de maximale hartfrequentie ligt. De maximale hartfrequentie is 220 minus de leeftijd. Stelt u bent 40 jaar dan moet u trainen met een hartslag tussen 0.75-0.9x(220-40) = 135 en 162 slagen per minuut.
Stop direct met trainen wanneer u niet lekker voelt of pijn aan de borst voelt!

Samenvattend kan gezegd worden dat de beste manier om gewicht te verliezen, is krachttraining en cardio-fitness in combinatie met een dieet die 20-35 En% eiwit en/of 55-70 En% koolhydraten bevat.

De belangrijkste oorzaak van overgewicht is dat het lichaam meer caloriën binnenkrijgt dan het verbrandt. Door lichamelijke activiteiten gaat het lichaam meer caloriën verbranden. Om het effect van lichaamsbeweging te merken moet het lichaam minstens 2000 caloriën (kcal) per week verbranden oftewel minstens 150 minuten per week (het liefst verdeeld over de meeste dagen van de week met minstens 10 minuten per keer) bewegen. Om overgewicht te voorkomen moet lichamelijke activiteit 15-30% van de dagelijkse calorie-inname bedragen.

De belangrijkste gevolgen van overgewicht zijn:

  • Suikerziekte type  2. De belangrijkste gevolgen van suikerziekte type 2 zijn hart- en vaatziekte en nierproblemen.
  • Hart- en vaatziekte.

Buikvet is slecht voor de gezondheid omdat het de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 en hart- en vaatziekten verhoogt. Streef daarom naar een buikomtrek van 68-80 cm voor vrouwen en 79-94 cm voor mannen. Een verlies van 1 cm buikomtrek (bijv. 95 naar 94 cm) komt overeen met een verlies van 1 kg vet. 1 kg vet komt overeen met 9000 kcal.

Plaatselijk afvallen, zoals bij de billen of dijen is een wetenschappelijke mythe.

Het menselijk lichaam breekt pas vet af wanneer er voldoen wordt aan de volgende 2 criteria:

  1. Een verhoogde zuurstofopname (treedt alleen op bij het sporten).
  2. Een verhoogde energiebehoefte (treedt alleen op bij sporten).

Wij eten graag vet maar ons lichaam verbrandt graag koolhydraten.

Overgewicht is het gevolg van slechte kennis over voeding in combinatie met te weinig beweging.

Het is niet mogelijk om meer dan 1.8 gram vet per week te verliezen. Echter, bij meer dan 1 kg vetverlies per week gaat het lichaam ook spieren afbreken.

Bij het volgen van een dieet wordt ernaar gestreefd om zo weinig mogelijk vet via voeding binnen te krijgen. Maar minimaal 7 gram vet per dag is nodig om de inname van essentiële vetzuren te garanderen en de productie van galzouten te stimuleren. 7 gram vet per dag komt overeen met een dieet van 4 En% vet. Echter, een dieet van minimaal 20 En% vet (en maximaal 35 En% vet) is nodig om een tekort aan vetoplosbare vitamines en mineralen op lange termijn te voorkomen.

Een verantwoord ontbijt bevat maximaal 350 kcal.
Een verantwoorde lunch bevat maximaal 450 kcal.
Een verantwoorde avondmaaltijd bevat maximaal 750 kcal.

Goeie graadmeters bij het afvallen zijn een afnemend vetpercentage en een toenemende spiermassa. Het vetpercentage en de spiermassa kan met een body composition analyzers-weegschaal gemeten worden.

De dagelijkse energiebehoefte per geslacht en leeftijdscategorie

Leeftijdscategorie
(in jaren)

Mannen

Vrouwen

Kcal per dag

Kcal per dag

6

1600

1500

12

2200

2000

17

2900

2300

30-39

2600

2000

50-59

2500

2000

70-79

2300

1800

Andere leeftijdsgroepen

2500

2000

 

Het vetpercentage (%)

Leeftijdscategorie
(in jaren)

Mannen

Vrouwen

17-29

15

25

30-39

17.5

27.5

40-49

20

30

50+

25

35

Een gezonde volwassen man heeft een vetpercentage rond de 15%.
Een gezonde volwassen vrouw heeft een vetpercentage rond de 25%.

Voedingsadviezen bij overgewicht:

  • Kies voor producten met 20-35 En% eiwit, voor producten met 20-30 En% vet, voor producten met maximaal 7 En% verzadigd vet, voor producten met maximaal 25 En% eenvoudige suikers, voor producten met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal en voor producten met een GI-getal van 55 of lager oftewel een dagelijkse voeding met:
    20-35 En% eiwit, 20-30 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet, maximaal 0.3 gram zout per 100 kcal, maximaal 25 En% eenvoudige suikers en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal.
     
  • Producten met 20-35 En% eiwit in combinatie met 10000 stappen per dag en 25-30 gram vezels per dag verlagen op een verantwoorde manier het gewicht.
    Producten met 20-35 En% eiwit moeten daarnaast ook maximaal 30 En% vet en maximaal 7 En% verzadigd vet bevatten. Anders bent u alleen het probleem aan het verplaatsen!
  • Val niet meer dan 0.5-1 kg per week af. Bij meer dan 0.5-1 kg per week, gaat het lichaam namelijk spieren afbreken.
    Om 0.5 kg per week kwijt te raken, moet het lichaam 350 kcal per dag minder binnenkrijgen én 150 kcal per dag extra verbranden.
  • Om vitamine- en mineraaltekort op lange termijn te voorkomen, moet een dieet minimaal 1400-1700 kcal bevatten.
  • Verhoog de ruststofwisseling. Krachttraining is dé manier om de ruststofwisseling te verhogen.
  • Hanteer de volgende richtlijn: totale energiebehoefte per dag is 25-30 kcal per kg lichaamsgewicht.
  • Eet 300 gram groente en 5 stuks fruit per dag oftewel 25-30 gram voedingsvezels per dag. Voedingsvezels geven een langer verzadigingsgevoel en dus minder eetmomenten gedurende de dag. Verder hebben de antioxidanten uit groente en fruit een ontstekingsremmende werking.
  • Eet niet meer dan 19 gram verzadigd vet per dag bij 2500 kcal en 15 gram verzadigd vet per dag bij 2000 kcal. De Gezondheidsraad adviseert 2000 kcal per dag voor vrouwen en 2500 kcal voor mannen.
  • Streef naar een gezond gewicht. Een gezond gewicht heeft een BMI van 18.5-25. BMI is gewicht gedeeld door lengte in kwadraat oftewel (kg)/lengte2 (m).
  • Minimaal 90 minuten per dag besteden aan lichaamsbeweging oftewel minimaal 10.000 stappen per dag.
  • Kies voor een verantwoord(e) ontbijt, lunch en avondeten.
  • Stop met roken want roken veroorzaakt aderverkalking. Aderverkalking is namelijk de belangrijkste oorzaak van hart- en vaatziekte.
  • Ga niet met een lege maag winkelen.
  • Sla geen ontbijt over.
  • Schep eten op een klein bord. Zo lijkt het alsof veel eten op het bord ligt!
  • Eet 2 keer per week vis waarvan tenminste eenmaal vette vis of slik dagelijks 450 mg EPA en DHA. EPA en DHA zitten in visoliesupplementen. Uit visvetten produceert het lichaam namelijk ontstekingsremmende stoffen. Bij overgewicht is er sprake van een overschot aan stoffen die ontstekingen kunnen veroorzaken.
  • Beperk tot 2 glazen alcohol voor mannen en 1 glas voor vrouwen per dag.
  • Eet niet meer dan 6 gram zout per dag dat komt overeen met 2400 mg natrium.
  • Slik geen supplementen met als doel gewicht te verliezen. Ze doen namelijk op termijn niet wat ze beweren!

Verschillende risicofactoren van overgewicht:

Sportvoeding

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar de relatie tussen sporten en het voorkomen van ziektes:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

2021:

  1. Stoeloefeningen zorgen voor krachtbehoud bij ouderen
  2. Argininesupplementen als L-arginine verhogen maximale zuurstofopname bij gezonde personen
  3. Wei-eiwitsupplementen verhogen spiermassa bij volwassenen
  4. Zure kers supplementen verbeteren herstel na zware inspanning
  5. 3 keer per week 30-60 minuten aërobe training met een matige intensiteit verlaagt causaal buikvet

2020:

  1. Geen verschil tusssen krachttraining met hoge belasting en lage belasting op botmineraaldichtheid
  2. 1.5-2 gram arginine per dag gedurende 4-7 weken verhogen sportprestaties
  3. Licht intensieve lichamelijke activiteit verlaagt doodgaan aan kanker
  4. Eiwittensupplementen verhogen vetvrije massa bij ouderen
  5. Whole body vibration training verhoogt botdichtheid bij postmenopauzale vrouwen

2019:

  1. Krachttraining verlaagt cholesterolgehalte
  2. Creatinesupplementen leiden niet tot nierschade
  3. Lichamelijke oefeningen verbeteren kwaliteit van leven van nierpatiënten
  4. 3 mg creatine/kg/dag gedurende 14 dagen bevordert anaërobe prestaties van voetballers
  5. Lichamelijke activiteiten verlagen longkanker onder rokers

2018:

  1. 1 tot 6 gram taurinesupplementen per dag verbeteren het uithoudingsvermogen

2017:

  1. Veel lichamelijke activiteiten verlaagt borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI tot 30
  2. Dagelijks 688 mg polyfenolen gedurende minimaal 7 dagen verbetert de sportprestatie
  3. Lopen verlaagt dementie onder ouderen

2016:

  1. Lichamelijke activiteit verlaagt maagkanker onder mannen en Aziaten
  2. Regelmatige lichamelijke activiteiten verlaagt ziekte van Alzheimer
  3. Lichamelijke activiteiten + gewichtsverlies leiden tot minder ontstekingen in het lichaam
  4. Creatinesupplementen verbetert de krachtprestatie geleverd door de bovenste ledematen
  5. Veel lichamelijke activiteiten verlaagt galstenen
  6. Weinig lichamelijke activiteiten verhoogt mogelijk astma bij kinderen
  7. Lichamelijke acitviteiten verlagen ontstekingen in het lichaam

2013:

  1. Lycopeensupplementen verlichten mogelijk de oxidatieve stress
  2. 500-2000 mg vitamine C verlaagt mogelijk inspanningsastma
  3. 200 mg vitamine C per dag verlaagt de kans op een verkoudheid bij sporters

2012:

  1. Een hoog lichamelijk activiteitsniveau verlaagt mogelijk astma
  2. 200-1000 mg vitamine C per dag verlaagt de oxidatieve stress
  3. Beter opgezette studies naar de werking van sportproducten zijn nodig
  4. Het effect van energiedranken op kwaliteit van leven en welzijn is dubbelzinnig

XXXXXXXXXXXXX

Sporters die gezond en gevarieerd eten, hebben geen vitamine- en mineralensupplementen nodig. Vitamine- en mineralensupplementen kunnen de sportprestaties niet direct verhogen. Ze kunnen wel de herstelperiode tussen de trainingen door verkorten.

Wanneer u toch voedingssupplementen slikt, dan is het goed om te weten, dat:

  • De werking afhankelijk is van de dosering én de duur.
  • De opname nooit 100% is. Zo is de opname van L-carnitinesupplement 15-20%. Dat wil zeggen wanneer u 300 mg L-carnitine slikt, dan heeft het lichaam slechts 45-60 mg opgenomen. De fabrikant is niet wettelijk verplicht te vermelden hoeveel van een voedingssupplement uiteindelijk in het lichaam wordt opgenomen.
  • Voedingssupplementen niet altijd dopingvrij zijn.
  • Vitamines en mineralen de sportprestaties niet direct maar indirect verhogen. Het slikken van vitamines en mineralen kunnen namelijk de herstelperiode verkorten.
  • De werking is pás echt wanneer een positieve conclusie gevonden is in een overzichtsartikel van gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde, dubbelblinde humane studies of wanneer de claim goedgekeurd is door de EFSA.
  • NOC*NSF de werking van een aantal voedingsupplementen goedgekeurd heeft.

Slik tijdens het sporten geen supplementen. Ze beïnvloeden namelijk de sportprestaties nadelig.

Het is wetenschappelijk bewezen dat water, suiker, creatine en cafeïne-inname tijdens het sporten de sportprestaties verhogen.

Voeding met minder dan 55 En% koolhydraten en/of minder 20 En% vet heeft nadelige invloed op de sportprestaties.

Bij een koolhydraatarme voeding (<5 gram  koolhydraten per kg lichaamsgewicht) kan het 2-3 dagen duren voordat het glycogeenvoorraad ná het sporten weer op het oude niveau is.

Opbouw van het glycogeen- en creatinevoorraad:
Tijdens het sporten halen sporters voornamelijk energie uit koolhydraten die als glycogeen in het lichaam worden opgeslagen. Voor de sporttak die in zeer korte tijd heel veel energie nodig heeft, is creatine ook een belangrijke energieleverancier. Daarom wordt aangeraden kort een wedstrijd het glycogeen- en creatinevoorraad op te bouwen.

Sinds 2016 gelden de volgende richtlijnen:

  1. Bij het sporten langer dan 90 minuten moeten sporters 10-12 gram koolhydraten per kg lichaamsgewicht per dag tot zich nemen gedurende 36-48 uur voor de wedstrijd.
  2. Bij het sporten korter dan 90 minuten moeten sporters 7-12 gram koolhydraten per kg lichaamsgewicht per dag tot zich nemen gedurende 24 uur voor de wedstrijd.

Het aanleggen van het creatinevoorraad in het lichaam gebeurt in 2 fasen: de ladings- en onderhoudsfase. Creatine kan het best worden ingenomen met koolhydraten. De 2 manieren om het creatinevoorraad aan te leggen zijn:

  1. 0.3 gram creatine per kg lichaamsgewicht per dag (5-7 gram creatine per keer met een interval van 3-4 uur) en dat 3-7 dagen lang. Daarna 3-5 gram creatine per dag voor 4-10 weken lang.
  2. 2-3 gram creatine per dag en dat 30 dagen lang.

De glycogeenresynthese (het weer aanvullen van het glycogeenvoorraad na het sporten) verloopt het snelste binnen 30-60 minuten na het sporten. De snelheid van de glycogeenresynthese bereikt haar maximum bij 0.8 gram koolhydraten per kg lichaamsgewicht per uur.

Tijdens 24-48 uur na het sporten vindt de spier- en botopbouw plaats.

Het is een misvatting dat isotone sportdrank sneller wordt opgenomen dan hypotone sportdrank. Het suikergehalte en het type suiker blijken van essentiële betekenis te zijn.

Rehydratiedranken dienen een osmolaliteit van beneden 500 mOsm/l te hebben, bij voorkeur beneden 300 en een suikergehalte van 40-80 gram per liter. Rehydratie is het aanvullen van vocht tijdens een fysieke inspanning.

Isotone sportdrank heeft een osmolaliteit van rond 300 mOsm/l en een suikergehalte van 40-80 gram per liter. Tijdens het sporten wordt de voorkeur gegeven aan isotone sportdrank en wordt hypertone sportdrank (>80 gram suiker per liter) afgeraden. De osmolaliteit van ons bloed is ongeveer 275-300 mOsm/l.

Sportdranken met 40-80 gram koolhydraten en 280-660 mg natrium per liter wordt het snelst in het lichaam opgenomen. Dit is de ideale isotone sportdrank. Sportdrank is aan te raden bij het matige sporten langer dan 60-90 minuten.

Een sportdrank oftewel dorstlesser bevat 40-80 gram suiker per liter. Een sportenergiedrank bevat meer dan 80 gram suiker per liter. Het bevat naast suiker ook vaak cafeïne, taurine en koolzuurgas.

Er wordt internationaal aanbevolen om tijdens het sporten per 15 minuten 250 ml vocht (oftewel 1000 ml vocht per uur) in te nemen om zo uitdroging te voorkomen, maar ook om de sportprestaties op peil te kunnen houden. Verder is het een wetenschappelijk feit dat het lichaam maximaal 60 gram koolhydraten per uur kan afbreken om daaruit energie voor het sporten te halen.

Wanneer u zich tijdens het sporten energiek voelt, betekent dat u genoeg koolhydraten hebt gegeten.

Het beste is om tussen de 2 en 4 uur voor het sporten te eten.

Pap in de benen duidt op uitputting van het glycogeen.

De dagelijkse eiwitbehoefte van een sporter kan als volgt berekend worden:
Dagelijkse eiwitbehoefte = vetvrije massa (VVM) x 2.75.

De ruststofwisseling (RMR) van een sporter kan als volgt berekend worden:
RMR (Kcal/d) = (11.797 x gewicht in kg) + (6.487 x lengte in cm) - (5.180 x leeftijd) + (186.017 x geslacht (man = 1, vrouw = 0)) - 139.444.

De veel voorkomende nutriëntentekorten onder sporters zijn calcium-, vitamine D- en ijzer-tekort (vaak onder vrouwelijke sporters).

Hoe ziet de energieverdeling tijdens het sporten eruit?




Voedingsadviezen bij het sporten:

  • De laatste maaltijd moet 2-4 uur voor het sporten genuttigd zijn.
  • Professionele sporters worden aangeraden te kiezen voor producten met 60-70 En% (minimaal 55 En%) koolhydraten, voor producten met 20-30 En% vet en voor producten met 15-25 En% eiwit oftewel een dagelijkse voeding met:

    15-25 En% eiwit, 20-30 En% vet, maximaal 10 En% verzadigd vet, maximaal 0.5 gram natrium per 100 gram (100 ml), minimaal 25 En% eenvoudige suikers, minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal en 60-70 En% (minimaal 55 En%) koolhydraten.
     
  • Slik voedingssupplementen alleen onder deskundige begeleiding!
  • 0.5 mg vitamine B1 per 1000 kcal.
  • 0.6 mg vitamine B2 per 1000 kcal.
  • 0.02 milligram vitamine B6 per gram geconsumeerd eiwit.
  • De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid is 6 mg magnesium per kg lichaamsgewicht.
  • De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid is 5-7 gram koolhydraten per kg lichaamsgewicht per dag en 8-10 gram koolhyrdaten per kg lichaamsgewicht tijdens de tapering-off periode.
  • De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid eiwitten voor sporters is 1.2-1.8 gram per kg lichaamsgewicht en voor krachtsporters is dat 1.5 gram per kg lichaamsgewicht tijdens de onderhoudsfase en 2.0 gram per kg lichaamsgewicht tijdens de opbouwfase.
  • De ruststofwisseling kan berekend worden met de volgende formule:
    Ruststofwisseling (kcal/d) = (11.797 x gewicht in kg) + (6.487 x lengte in cm) – (5.180 x leeftijd) + (186.017 x geslacht) – 139.444.
    Bij geslacht moet bij mannen een 1 worden ingevuld en bij vrouwen een 0.

Voor het sporten:

  • Drink de laatste 2 uur voor de wedstrijd 500-1000 ml vocht.
  • 5-30 minuten vóór het sporten 50 gram koolhydraten innemen.
  • Neem 10 gram eiwit vlak voor het sporten in want het bevordert de herstel van  de spierschade.
  • Drink de laatste 3-5 minuten voor de inspanning 150-300 ml water of dorstlesser. Dit heet prehydratie.

Tijdens het sporten:

  • Neem tijdens het sporten niet meer dan 35 gram fructose per liter want fructose wordt langzaam opgenomen en geven daarom maag- en darmklachten.
  • Drink tijdens het sporten 125-250 ml vocht per kwartier.
  • Kies tijdens het sporten voor een sportdrank met een osmolaliteit rond 300 of beneden 500 mOsm/l.
  • Vermijd tijdens het sporten hypertone sportdranken.
  • Drink tijdens het sporten water, isotone of hypotone sportdranken. Isotone sportdrank heeft een osmolaliteit van rond 300 mOsm/l en een suikergehalte van 40-80 gram per liter. Hypotone sportdranken heeft een suikergehalte van minder dan 40 gram per liter.
  • De optimale sportdrank tijdens het sporten is een sportdrank met 6 g suiker per 100 ml.
  • Drink tijdens het sporten geen koffie want koffie werkt vochtdrijvend waardoor u vaker naar de WC moet en daarmee veel vocht verliest.

Na het sporten:

  • Na het sporten zijn er 2 manieren om het glycogeenvoorraad weer aan te vullen:
    1. De eerste mannier is: neem direct (bínnen 30 minuten) na het sporten 1.2 gram koolhydraten (bij voorkeur snel opneembare suikers, zoals glucose) per kg lichaamsgewicht in. Herhaal dit om het uur gedurende 4-6 uur.
    2. De twee manier is: 0.8 gram koolhydraten per kg lichaamsgewicht + 0.4 gram eiwit of aminozuren per kg lichaamsgewicht per uur. Herhaal dit om het uur gedurende 4-6 uur.
  • Het is aan te raden om na de inspanning 1.5 keer  de hoeveelheid water die tijdens de inspanning verloren is gegaan aan te vullen.
  • Weeg u voor en na het sporten. Bedraagt uw gewichtsverlies meer dan 1 kg dan hebt u tijdens het sporten te weinig gedronken. Iedere kg gewichtsverlies na het sporten staat gelijk aan 1 liter water. Vochtverlies en -aanvulling is per sporttak verschillend. Raadpleeg hiervoor een sportdiëtist!
  • Neem 10 gram eiwit bínnen 30 minuten na een intensieve krachttraining in want het bevordert de herstel van  de spierschade.

Handige websites voor topspporters:

Veel noten leiden tot gewichtsafname

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Noten worden aanbevolen voor de cardiovasculaire gezondheid, maar er blijft bezorgdheid bestaan dat noten bij kunnen dragen aan de gewichtstoename vanwege hun hoge energiedichtheid. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Leidt het eten van veel noten tot gewichtstoename?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 prospectieve cohort studies met in totaal 569910 deelnemers en 86 RCTs met in totaal 5873 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van noten de kans op het krijgen van overgewicht/obesitas significant met 7% [RR 0.93, 95% BI = 0.88 tot 0.98, p 0.001, matig bewijslast] verlaagde.

De onderzoekers vonden in RCT’s geen verband tussen het eten van noten en gewichtstoename [MD = 0.09 kg, 95% BI = -0.09 tot 0.27 kg, p 0.001, hoog bewijslast].

De onderzoekers vonden in de meta-regressie analyses dat het eten van veel noten tot een verlaging van het lichaamsgewicht en het lichaamsvet leidde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel noten tot een verlaging van het lichaamsgewicht en het lichaamsvet leidde.

Oorspronkelijke titel:
Are fatty nuts a weighty concern? A systematic review and meta-analysis and dose-response meta-regression of prospective cohorts and randomized controlled trials by Nishi SK, Viguiliouk E, [...], Sievenpiper JL.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34494363/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van noten en overgewicht.

Zoutverlaging verlaagt causaal bloeddruk bij mensen met suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel de huidige richtlijnen de verlaging van de zoutinname bij diabetespatiënten (suikerpatiënten) aanbevelen, zijn de voordelen van het verminderen van de zoutinname bij mensen met diabetes mellitus type 2 (diabetespatiënten) onduidelijk en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Leidt een verlaging van de natriuminname (lees zoutinname) via voeding tot een verlaging van de bloeddruk bij mensen met suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een verlaging van de natriuminname via voeding, het natriumgehalte in 24 uurs urine significant verlaagde [WMD = -38.430 mmol/24 h, 95% BI = -41.665 mmol/24 h tot -35.194 mmol/24 h].

De onderzoekers vonden dat een verlaging van de natriuminname via voeding, de systolische bloeddruk significant verlaagde [WMD = -5.574 mmHg, 95% BI = -8.314 tot -2.834 mm Hg, I2 = 0.0%].

De onderzoekers vonden dat een verlaging van de natriuminname via voeding, de diastolische bloeddruk significant verlaagde [WMD = -1.675 mm Hg, 95% BI = -3.199 tot -0.150 mm Hg, I2 = 0.0%].

De onderzoekers concludeerden dat een verlaging van de natriuminname via voeding (met andere woorden een verlaging van de zoutinname via voeding), de bloeddruk van mensen met suikerziekte type 2 causaal verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of dietary sodium restriction on blood pressure in type 2 diabetes: A meta-analysis of randomized controlled trials by Ren Y, Liqiang Qin L, […], Ma Y.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33838996/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over natrium en suikerziekte.

Zout bestaat uit natrium en chloride. Dus een verlaging van de natriuminname via voeding betekent een verlaging van de zoutinname via voeding.

Een dieet met een laag zoutgehalte is een dieet met maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal.
De makkelijkste manier om dit dieet te volgen, is door te kiezen voor alleen maar producten/maaltijden met maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal. Deze producten uit de supermarkt bevatten maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal.

Echter, de meest praktische manier om dit dieet te volgen is, al uw dagelijks gegeten producten/maaltijden moeten gemiddeld maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal bevatten. Gebruik hiervoor de 7-punten voedingsprofielapp om te zien of uw dagelijkse voeding maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal bevat.

 

Dagelijks 80 gram aardappelen verhogen suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een hoge aardappelenconsumptie de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 of zwangerschapsdiabetes?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 studies (13 voor suikerziekte type 2 en 6 voor zwangerschapsdiabetes (zwangerschapssuikerziekte)) met 21357 mensen met suikerziekte type 2 onder 323475 deelnemers en 1516 vrouwen met zwangerschapdiabetes onder 29288 zwangerschappen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel (totale) aardappelen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 onder de westerse populaties significant met 19% [RR = 1.19, 95% BI = 1.06 tot 1.34] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel gebakken/gekookte aardappelen of aardappelenpuree de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 onder de westerse populaties significant met 8% [RR = 1.08, 95% BI = 1.00 tot 1.16] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel Franse friet of gefrituurde aardappelen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 onder de westerse populaties significant met 33% [RR = 1.33, 95% BI = 1.03 tot 1.70] verhoogde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke verhoging met 80 gram (totale) aardappelen per dag de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 onder de westerse populaties significant met 10% [RR = 1.10, 95% BI = 1.07 tot 1.14, p voor trend 0.001] verhoogde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke verhoging met 80 gram ongefrituurde aardappelen per dag de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 onder de westerse populaties significant met 2% [RR = 1.02, 95% BI = 1.00 tot 1.04, p voor trend = 0.02] verhoogde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke verhoging met 80 gram gefrituurde aardappelen per dag de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 onder de westerse populaties significant met 34% [RR = 1.34, 95% BI = 1.24 tot 1.46, p voor trend 0.001] verhoogde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke verhoging met 80 gram (totale) aardappelen per dag de kans op het krijgen van zwangerschapsdiabetes onder de westerse populaties significant met 22% [RR = 1.22, 95% BI = 1.06 tot 1.42, p voor trend = 0.007] verhoogde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke verhoging met 80 gram ongefrituurde aardappelen per dag de kans op het krijgen van zwangerschapsdiabetes onder de westerse populaties significant met 26% [RR = 1.26, 95% BI = 1.07 tot 1.48, p voor trend = 0.006] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge aardappelenconsumptie (tenminste 80 gram per dag) de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 onder de westerse populaties verhoogde. Deze verhoogde risico was dosisafhankelijk.

Oorspronkelijke titel:
Dietary potato intake and risks of type 2 diabetes and gestational diabetes mellitus by Guo F, Zhang Q, [...], Ma L.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34130021/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over aardappelen en suikerziekte.

 

Vitamine C supplementen verlagen cholesterolgehalte van mensen met suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van vitamine C supplementen het triglyceridengehalte en het cholesterolgehalte van mensen met suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 studies met in totaal 872 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine C supplementen het triglyceridengehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde [WMD = -16.48 mg/dL, 95% BI = -31.89 tot -1.08, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine C supplementen het totale cholesterolgehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde [WMD = -13.00 mg/dL, 95% BI = -23.10 tot -2.91, p 0.001].                    

De onderzoekers vonden in de meta-regressieanalyse dat de verbetering van het lipidenprofiel (het triglyceridengehalte en het cholesterolgehalte) beïnvloed werd door de duur van het slikken van vitamine C supplementen.

De onderzoekers concludeerden dat het (langdurig) slikken van vitamine C supplementen het triglyceridengehalte en het totale cholesterolgehalte van mensen met suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Does vitamin C supplementation exert profitable effects on serum lipid profile in patients with type 2 diabetes? A systematic review and dose-response meta-analysis by Namkhah Z, Ashtary-Larky D, […], Asbaghi O.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33984490/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over cholesterol, vitamine C en suikerziekte.

Obesitas verhoogt dikke darmkanker bij mannen met Lynch Syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt obesitas (BMI>30) de kans op het krijgen van dikke darmkanker bij mensen met het Lynch Syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 cohort studies met in totaal 2463 deelnemers, waarvan 735 mensen met dikke darmkanker.

Er was geen pubicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat obese mannen met het Lynch Syndroom hadden significant 2 keer zoveel kans op het krijgen van dikke darmkanker dan niet obese mannen met het Lynch Syndroom [SRR = 2.09, 95% BI = 1.23 tot 3.55, I2 = 33%].
Dit signifcante verhoogde risico werd niet teruggevonden voor obese vrouwen met het Lynch Syndroom [SRR = 1.41, 95% BI = 0.46 tot 4.27, I2 = 68%].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van de BMI met 5 kg/m2 de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 49% verhoogde bij mensen met het MLH1-mutatie [SRR = 1.49, 95% BI = 1.11 tot 1.99, I2 = 0%, heel hoge kwaliteitslast].

De onderzoekers concludeerden dat obesitas (BMI>30) de kans op het krijgen van dikke darmkanker verhoogde bij mannen met het Lynch Syndroom, met name met een mutatie in het MLH1-gen.

Oorspronkelijke titel:
A Meta-Analysis of Obesity and Risk of Colorectal Cancer in Patients with Lynch Syndrome: The Impact of Sex and Genetics by Lazzeroni M, Bellerba F, […], Gandini S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8160758

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dikke darmkanker en overgewicht.

Het Lynch syndroom (HNPCC-Lynch) is een erfelijke aandoening die een verhoogde kans geeft op het krijgen van darmkanker. Bij ongeveer 4% van alle patiënten met darmkanker wordt de ziekte veroorzaakt door het Lynch syndroom. Darmkanker ontstaat bij patiënten met het Lynch syndroom op relatief jonge leeftijd, vaak voor hun 50ste levensjaar.

Er zijn momenteel 5 genen bekend die betrokken zijn bij het Lynch syndroom, namelijk MLH1, MSH2, MSH6, PMS2 en EpCAM. Mensen met een MLH1-mutatie hebben een kans van 25-70% om tijdens het leven darmkanker te krijgen.

Heb ik overgewicht? Zoja, hoeveel kg moet ik dan afvallen om op gezond gewicht te komen.

Welke maaltijden zijn geschikt voor mensen met overgewicht?

 

Argininesupplementen als L-arginine verhogen maximale zuurstofopname bij gezonde personen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De werkzaamheid en veiligheid van L-argininesupplementen en hun effect op de maximale zuurstofopname (VO2max) bleven onduidelijk en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het slikken van arginine de maximale zuurstofopname (VO2max) bij gezonde personen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 RCT’s.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van arginine in de vorm van L-arginine de maximale zuurstofopname bij gezonde personen significant verhoogde [WMD = 0.11 L/min, I2 = 0.0%, p = 0.485]. 

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van argininesupplementen in de vorm van L-arginine de maximale zuurstofopname bij gezonde personen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of L-arginine supplementation on maximal oxygen uptake: A systematic review and meta-analysis by Rezaei S, Gholamalizadeh M, […], Doaei S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7883807/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over eiwitten en sportvoeding.

Arginine is een semi-essentieel aminozuur (bouwstenen van eiwitten) of conditioneel essentieel aminozuur omdat ons lichaam uit het aminozuur glutamine, glutaminezuur en proline zelf arginine kan maken. Arginine zit in zuivel, vis, vlees, granen, peulvruchten, noten en zaden.

Baby's kunnen nog geen arginine aanmaken, maar zij krijgen arginine binnen via borst- of flesvoeding.

Arginine is een voorloper van stikstofoxide, ureum en ornithine (een stof die het verwijderen van urem en ammoniak bespoedigt). Arginine is ook nodig voor de lichaamseigen productie van creatine en kan tevens gebruikt worden voor de vorming van citrulline.

Argininesupplementen komen in de verschillende vormen voor, als arginine-aspartaat, arginine-alpha-ketuglutaraart (AAKG), arginine-ethyl-ester, (di)arginine-ketoisocaproaat (AKIC), arginine-malaat, arginine-nitraat en (100% vrije vorm) L-arginine.

Het maximale zuurstofopname (VO2max) vermogen bepaalt hoeveel zuurstof iemand tijdens de maximale inspanning kan benutten. Dus, hoe hoger dit getal hoe beter de zuurstofvoorziening naar de spieren is. Spieren met een hoge zuurstofvoorziening kunnen een hoge sportsprestatie leveren dan spieren met een lage zuurstofvoorziening.
 

Een hoge GI dieet verhoogt metabool syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Diëten met een hoge glycemische index (GI) of een hoge glycemische belasting (GL) worden in verband gebracht met de belangrijke risicofactoren die verband houden met het krijgen  van het metabool syndroom, zoals dyslipidemie, een hoge bloedglucose- en insulineconcentratie. Echter, de rol van GI en GL in relatie tot het metabool syndroom is nog steeds onderbelicht en controversieel en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd. 

Verhoogt een hoge GI of een hoge GL dieet de kans op het krijgen van het metabool syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 cohort studie and 11 cross-sectionele studies met in totaal 36295 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met een lage GI dieet, dat een hoge GI dieet de kans op het krijgen van het metabool syndroom significant met 5% [OR = 1.05, 95% BI = 1.01 tot 1.09, I2 = 58.1%, p = 0.004] verhoogde.
Dit significante, verhoogde risico werd ook teruggevonden in alle subgroepenanalyses, behalve in studies waarbij 24-uurs recalls werden gebruikt.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke verhoging van de GI met 5 punten de kans op het krijgen van het metabool syndroom significant met 2% [OR = 1.02, 95% BI = 1.01 tot 1.02] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen een hoge GL dieet en de kans op het krijgen van het metabool syndroom.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge GI dieet de kans op het krijgen van het metabool syndroom verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Glycemic index, but not glycemic load, is associated with an increased risk of metabolic syndrome: Meta-analysis of observational studies by Askari M, Dehghani A, […], Alizadeh S.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33928722/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over GI en GL en het metabool syndroom.

De glycemische index (GI) is een manier/methode om aan te geven hoe snel glucose (eenvoudige suiker) in het bloed kan worden opgenomen of hoe snel koolhydraten (complexe suikers) in de darm verteerd kunnen worden. Koolhydraten (complexe suikers) moeten in de darmen afgeproken worden tot eenvoudige suikers anders kunnen ze niet in het lichaam opgenomen worden.

Een product met een hoge GI is een product met een GI van 70 of hoger.
Een product met een lage GI is een product met een GI tot 55.

Bij de glycemische last (GL) wordt zowel rekening gehouden met de hoeveelheid koolhydraten in een product als de hoeveelheid dat iemand van een bepaald product eet. Het berekenen van de GL gaat als volgt: GL = (hoeveelheid koolhydraten in een portie keert GI) gedeeld door 100. De GL kan ook worden ingeschat voor complete maaltijden door het gemiddelde van de GI van alle ingrediënten in de maaltijd te vermenigvuldigen met de totale hoeveelheid koolhydraten in de maaltijd.

Een product met een hoge GL is een product met een GL van 20 of hoger.
Een product met een lage GL is een product met een GL tot 10.

De voedselinname (wat iemand per dag eet) van personen in een studie is lastig te meten en er is niet één techniek die voor elk doel en elke toepassing geschikt is. De voedselinname kan worden nagevraagd door middel van verschillende methodes, zoals dietary history-methode, 24-uurs recall, voedseldagboek of voedselfrequentievragenlijst.

Spirulina supplementen verlagen nuchter bloedglucosegehalte van mensen met suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van spirulina supplementen zowel het bloedvetgehalte (zoals cholesterol- en triglyceridengehalte) als het nuchter bloedsuikergehalte van mensen met suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van spirulina supplementen het nuchter bloedglucosegehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde [-17.88 mg/dL, 95% BI = -26.99 tot -8.78, I2 = 25%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van spirulina supplementen het triglyceridengehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde [-30.99 mg/dL, 95% BI = -45.20 tot -16.77, I2 = 50%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van spirulina supplementen het totale cholesterolgehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde [-18.47 mg/dL, 95% BI = -33.54 tot -3.39, I2 = 73%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van spirulina supplementen het LDL cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde [-20.04 mg/dL, 95% BI = -34.06 tot -6.02, I2 = 75%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van spirulina supplementen het VLDL cholesterolgehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde [-6.96 mg/dL, 95% BI = -9.71 tot -4.22, I2 = 33%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van spirulina supplementen het HDL cholesterolgehalte (goed cholesterol) van mensen met suikerziekte type 2 significant verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat slikken van spirulina supplementen zowel het bloedvetgehalte als het nuchter bloedsuikergehalte van mensen met suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of spirulina on type 2 diabetes: a systematic review and meta-analysis by Hatami E, Ghalishourani SS, […], Mansour-Ghanaei F.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34178867/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over cholesterol en suikerziekte.

Mensen met suikerziekte type 2 hebben vaak een hoog bloedvetgehalte en een hoog nuchter bloedsuikergehalte.

Spirulina wordt ook wel blauwalg (alg is afgeleid van het Latijnse alga wat zeewier betekent) genoemd. Echter, deze naam is misleidend want spirulina is namelijk geen alg, maar een spiraalvormige bacterie met een kenmerkende blauw/groene kleur. Spirulina behoort tot de zogenaamde groep van cyanobacteriën. Veel van deze bacteriën maken gifstoffen. Spirulina doet dat niet en lijkt veilig te zijn.
 

Wei-eiwitsupplementen verhogen spiermassa bij volwassenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Essentiële aminozuren bevorderen het regulatieproces van de spiersynthese (spierproductie). Wei-eiwit dat een grote hoeveelheid essentiële aminozuren bevat, kan dus een aanzienlijk effect hebben op de wijziging van de spiersynthese. Echter, er is onvoldoende bewijs voor het effect van suppletie met soja- en wei-eiwit op de lichaamssamenstelling en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Heeft suppletie met wei-eiwit of soja-eiwit positieve effecten op de lichaamssamenstelling (zoal spiermassa, lichaamsgewicht, vetmassa en vetpercentage) bij volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met 596 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat wei-eiwitsuppletie de spiermassa bij volwassenen significant verhoogde [WMD = 0.91, 95% BI = 0.15 tot 1.67, p= 0.019].
Dit significante verhoging van de spiermassa werd niet teruggevonden voor soja-eiwitsuppletie.

De onderzoekers vonden geen significante verandering tussen wei-eiwitsuppletie en lichaamsgewicht, vetmassa of vetpercentage bij volwassenen.

De onderzoekers vonden geen significante verandering tussen soja-eiwitsuppletie en lichaamsgewicht, vetmassa of vetpercentage bij volwassenen.

De onderzoekers concludeerden dat wei-eiwitsuppletie de spiermassa bij volwassenen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Comparison of the effect of soya protein and whey protein on body composition: a meta-analysis of randomised clinical trials by Damaghi MP, Mirzababaei A, […], Mirzaei K.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33971994/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over wei-eiwit en sportvoeding.

 

Druiven verlagen causaal HOMA-IR waarde bij volwassenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert suppletie met druiven of druivenproducten de glycemische biomerkers (zoals, HOMA-IR waarde, nuchter bloedsuikergehalte, insuline- en HbA1c gehalte) bij volwassenen of anders gezegd, verbetert het eten van druiven of druivenproducten causaal de glycemische biomerkers bij volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 29 RCT’s met in totaal 1297 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suppletie met druiven of druivenproducten de HOMA-IR waarde bij volwassenen significant verlaagde [WMD = -0.54, 95% BI = -0.91 tot -0.17, p = 0.004].
Significant omdat de gevonden p-waarde van 0.004 kleiner was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van druiven of druivenproducten de HOMA-IR waarde bij volwassenen causaal verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of grapes/grape products on glycemic response: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Moodi V, Abedi S, […], Miraghajani M.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33893683/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over druiven en suikerziekte.

Een hoge HOMA-IR waarde leidt tot een hoge insuline resistentie. Suikerpatiënten hebben vaak een hoge insuline resistentie of anders gezegd, een hoge HOMA-IR waarde. Met andere woorden, suikerpatiënten hebben baat bij het eten van druiven.

Een causaal verband kan gevonden worden in RCTs.

 

1.2 tot 60 mg/d carotenoïdensupplementen verlagen overgewicht

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Teveel lichaamsgewicht, inclusief overgewicht en obesitas, is een van de belangrijkste factoren die de menselijke gezondheid beïnvloeden en speelt een belangrijke rol bij de wereldwijde ziektelast. Carotenoïden dienen als voorlopers van vitamine A-gerelateerde retinoïden en worden geacht potentiële effecten te hebben op vele ziekten. Echter, de invloed van carotenoïden op mensen met overgewicht is onduidelijk en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van carotenoïdensupplementen (lycopeen, astaxanthine, cryptoxanthine, α-caroteen en β-caroteen) het lichaamsgewicht, de BMI en de buikomtrek van mensen met overgewicht (BMI>25) of obesitas (BMI>30)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s en 8 observationele studies met in totaal 28944 deelnemers.
De interventieduur (duur van de studie) varieerde tussen 20 dagen en 16 weken.

De dosering van de carotenoïden varieerde tussen 1.2 en 60 mg per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een laag serum carotenoïdengehalte de kans op het krijgen van overgewicht en obesitas significant met 73% [OR = 1.73, 95% BI = 1.57 tot 1.91, p 0.001] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het slikken van carotenoïdensupplementen het lichaamsgewicht van mensen met overgewicht of obesitas significant verlaagde [SMD = -2.34 kg, 95% BI = -3.80 tot -0.87 kg, p 0.001].
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat het slikken van carotenoïdensupplementen het lichaamsgewicht van mensen met overgewicht of obesitas werkelijk verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van carotenoïdensupplementen de BMI van mensen met overgewicht of obesitas significant verlaagde [SMD = -0.95 kg/cm2, 95% BI = -1.88 tot -0.01 kg/cm2, p 0.001].
Significant omdat de gevonden p-waarde van 0.001 kleiner was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers vonden dat het slikken van carotenoïdensupplementen de buikomtrek van mensen met overgewicht of obesitas significant verlaagde [SMD = -1.84 cm, 95% BI = -3.14 tot -0.54 cm, p 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks slikken van 1.2 tot 60 mg carotenoïdensupplementen (lycopeen, astaxanthine, cryptoxanthine, α-caroteen en β-caroteen) het lichaamsgewicht, de BMI en de buikomtrek van mensen met overgewicht of obesitas verlaagde. Verder verlaagde het hebben van een laag serum carotenoïdengehalte de kans op het krijgen van overgewicht en obesitas.

Oorspronkelijke titel:
The association between carotenoids and subjects with overweight or obesity: a systematic review and meta-analysis by Yao N, Yan S, […], Cui W.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33977977/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het slikken van carotenoïdensupplementen en overgewicht.

Om te weten hoeveel carotenoïden in het lichaam zit, wordt het gehalte van carotenoïden in het serum van het bloed gemeten. Het serum carotenoïdengehalte in het lichaam kan verhoogd worden door producten te eten die veel carotenoïden bevatten en/of carotenoïdensupplementen te slikken.

Heb ik overgewicht? Zoja, hoeveel kg moet ik dan afvallen om op gezond gewicht te komen.

Welke maaltijden zijn geschikt voor mensen met overgewicht?

 

Chromiumsupplementen verhogen goed cholesterol van mensen met suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert het slikken van chromiumsupplementen het bloedvettengehalte (zoals triglyceriden- en cholesterolgehalte) van mensen met suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 24 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van chromiumsupplementen het serum triglyceridengehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde [MD = -6.54 mg/dL, 95% BI = -13.08 tot -0.00, p = 0.050].
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het slikken van chromiumsupplementen het totale cholesterolgehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde [WMD = -7.77 mg/dL, 95% BI = -11.35 tot -4.18, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van chromiumsupplementen het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) van mensen met suikerziekte type 2 significant verhoogde [WMD = 2.23 mg/dL, 95% BI = 0.07 tot 4.40, p = 0.043].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van chromiumsupplementen het serum triglyceridengehalte en het totale cholesterolgehalte van mensen met suikerziekte type 2 verlaagde, terwijl het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) verhoogde. Echter, het moet bijgezegd worden dat de bloedvetverlagende eigenschappen van chromiumsupplementen klein waren en mogelijk niet van klinisch belang zijn.

Oorspronkelijke titel:
Effects of chromium supplementation on lipid profile in patients with type 2 diabetes: A systematic review and dose-response meta-analysis of randomized controlled trials by Asbaghi O, Naeini F, […], Naeini AA.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33813266/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over chromium, het verlagen van het cholesterolgehalte en suikerziekte.

 

Bruine rijst is beter voor het lichaam dan witte rijst

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Een paar gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCT's) hebben het effect van het eten van bruine rijst op de metabolische parameters (zoals, gewicht, lengte, buikomtrek, nuchtere glucose, LDL, HDL, totaal cholesterol, triglyceriden en bloeddruk) vergeleken met witte rijst. Echter, de bevindingen zijn inconsistent (tegenstrijdig) en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is het verlaagde effect van bruine rijst op het krijgen van overgewicht onder volwassenen hoger dan van witte rijst?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 RCT’s.

De bewijslast is laag tot erg laag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden, vergeleken met witte rijst, dat het eten van bruine rijst het lichaamsgewicht significant verlaagde [-1.63 kg, 95% BI = -2.15 tot -1.11, I2 = 97%, n = 6].

De onderzoekers vonden, vergeleken met witte rijst, dat het eten van bruine rijst de BMI significant verlaagde [-0.58 kg/m2, 95% BI = -0.78 tot -0.37, I2 = 96%, n = 6].

De onderzoekers vonden, vergeleken met witte rijst, dat het eten van bruine rijst de buikomtrek significant verlaagde [-2.56 cm, 95% BI = -4.86 tot -0.26, I2 = 88%, n = 5].

De onderzoekers vonden, vergeleken met witte rijst, dat het eten van voorgekiemde bruine rijst het lichaamsgewicht significant verlaagde [-1.75 kg, 95% BI = -2.70 tot -0.81, I2 = 99%, n = 4].

De onderzoekers vonden, vergeleken met witte rijst, dat het eten van voorgekiemde bruine rijst het totale cholesterolgehalte significant verlaagde [-24.22 mg/dL, 95% BI = -33.03 tot -15.41, I2 = 78%, n = 5].

De onderzoekers vonden, vergeleken met witte rijst, dat het eten van voorgekiemde bruine rijst het triglyceridengehalte significant verlaagde [-43.28 mg/dL, 95% BI = -74.05 tot -12.50, I2 = 90%, n = 5].

De onderzoekers vonden, vergeleken met witte rijst, dat het eten van voorgekiemde bruine rijst het LDL-cholesterolggehalte (slecht cholesterol) significant verlaagde [-20.05 mg/dL, 95% BI = -29.57 tot -10.52, I2 = 71%, n = 5].

De onderzoekers vonden, vergeleken met witte rijst, dat het eten van voorgekiemde bruine rijst het nuchter bloedsuikergehalte significant verlaagde [-15.83 mg/dL, 95% BI = -25.20 tot -6.46, I2 = 91%, n = 5].

De onderzoekers concludeerden dat het verlaagde effect van bruine rijst op het krijgen van overgewicht bij volwassenen hoger was dan van witte rijst. Verder had het eten van voorgekiemde bruine rijst positieve effecten op het bloedvetgehalte (zoals triglyceriden- en cholesterolgehalte) en het nuchter bloedsuikergehalte.

Oorspronkelijke titel:
The effect of brown rice compared to white rice on adiposity indices, lipid profile, and glycemic markers: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Golzarand M, Toolabi K, […], Mirmiran P.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33905269

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van rijst en overgewicht.

Suikerpatiënten hebben vaak een hoog nuchter bloedsuikergehalte. Dus het is beter voor suikerpatiënten om bruine rijst te eten.
Mensen met overgewicht en hartpatiënten hebben vaak een hoog bloedvetgehalte, een hoog BMI en een groot buikomtrek.

Vitamine E supplementen verhoogt BMI van mensen met een normale BMI

Onderzoeksvraag:
Er zijn verschillende mechanismen voorgesteld voor het effect van vitamine E op het gewichtsverlies. Toch hebben verschillende interventionele onderzoeken (studies in mensen) met een breed scala aan doseringen en tijdsduur tegenstrijdige resultaten opgeleverd en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van vitamine E supplementen het krijgen van overgewicht?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 24 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine E supplementen en gewichtsverlies [WMD = 0.15, 95% BI = -1.35 tot 1.65, p = 0.847].
Niet significant omdat de gevonden p-waarde van 0.0847 groter was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine E supplementen en het verlagen van de BMI [WMD = 0.04, 95% BI = -0.29 to 0.37, p = 0.815].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine E supplementen en het verlagen van de buikomtrek [WMD = -0.19 kg, 95% BI = -2.06 to 1.68, p = 0.842].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van vitamine E supplementen de BMI van mensen met een normale BMI (18.5 tot 24.9) significant verhoogde [p = 0.047].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine E supplementen de BMI van mensen met een normale BMI (18.5 tot 24.9) verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Can vitamin E supplementation affect obesity indices? A systematic review and meta-analysis of twenty-four randomized controlled trials by Emami MR, Jamshidi S, […], Aryaeian N.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33632535/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E, BMI en overgewicht.

Heb ik overgewicht?

Dagelijks 1 kopje groene thee verbetert geheugen

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van alcohol, koffie of thee het risico op het krijgen van cognitieve gebreken/stoornissen (zoals dementie of ziekte van Alzheimer)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 29 prospectieve cohort studies (131777 deelnemers voor alcohol, 333843 deelnemers voor koffie 20411 deelnemers voor thee).
De NOS score was 8.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met niet-drinkers, dat het drinken van minder dan 11 gram alcohol per dag, het risico op het krijgen van cognitieve gebreken of alleen dementie significant verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was niet meer significant boven 11 gram alcohol per dag.

De onderzoekers vonden vergeleken met niet-drinkers, dat het drinken van minder dan 2.8 kopjes koffie per dag, het risico op het krijgen van cognitieve gebreken significant verlaagde.
Echter, koffiedrinken was geen significante beschermende factor voor cognitieve stoornissen in groepen met een gemiddelde leeftijd kleiner dan 60 jaar.

De onderzoekers vonden vergeleken met niet-drinkers, dat het drinken van minder dan 2.3 kopjes koffie per dag, het risico op het krijgen van dementie significant verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden vergeleken met niet-drinkers, dat elk verhoging met 1 kopje groene thee per dag, het risico op het krijgen van cognitieve gebreken significant met 6% [relatieve risico = 0.94, 95% BI = 0.92 tot 0.97] verlaagde.
Significant omdat relatieve risico van 1 niet in de 95% BI van 0.92 tot 0.97 zat. Relatieve risico van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks drinken van zowel minder dan 11 gram alcohol, minder dan 2.8 kopjes koffie als minimaal 1 kopje groene thee, het risico op het krijgen van cognitieve gebreken verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Alcohol, coffee and tea intake and the risk of cognitive deficits: a dose-response meta-analysis by Ran LS, Liu WH, […], Wang W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8061189/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over thee-, koffie- en alcoholconsumptie en het verbeteren van het cognitief geheugen. 
 

L-arginine supplementen verlagen niet suikerziekte bij volwassenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Heeft het slikken van L-arginine supplementen (L-arginine suppletie) positieve effecten op de biomarkers (zoals nuchter bloedsuiker-, insuline- en HbA1c-gehalte en HOMA-IR waarde) van de glykemische controle bij volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van L-arginine supplementen het nuchter bloedsuikergehalte niet significant verlaagde [WMD = -3.38 mg/dL, 95% BI = -6.79 tot 0.04, p = 0.53].
Niet significant omdat de gevonden p-waarde van 0.53 groter was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers vonden dat het slikken van L-arginine supplementen het serum insulinegehalte niet significant verlaagde [WMD = -0.12 Hedges' g, 95% BI = -0.33 tot 0.09, p = 0.27].

De onderzoekers vonden dat het slikken van L-arginine supplementen het HbA1c-gehalte niet significant verlaagde [WMD = -0.04%, 95% BI = -0.25 tot 0.17, p = 0.71].

De onderzoekers vonden dat het slikken van L-arginine supplementen de HOMA-IR waarde niet significant verlaagde [WMD = -0.48, 95% BI = -1.15 tot 0.19, p = 0.15].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van L-arginine supplementen geen positieve effecten had op de biomarkers van de glykemische controle bij volwassenen.

Oorspronkelijke titel:
Effects of L-arginine supplementation on biomarkers of glycemic control: a systematic review and meta-analysis of randomised clinical trials by Karimi E, Hatami E, […], Askari G.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33426939/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over L-arginine en suikerziekte.

L-arginine is een semi-essentieel aminozuur omdat het menselijk lichaam onder normale omstandigheden uit het aminozuur glutamine, het aminozuur glutaminezuur en het aminozuur proline zelf voldoende arginine kan maken. Echter, onder bepaalde omstanstandigheden is de productie niet voldoende en is het lichaam ook afhankelijk van arginine van buitenaf (via voeding en/of voedingssupplementen).
Essentieel is wanneer het menselijk lichaam het aminozuur (bouwstenen van eiwitten) niet kan maken en 100% afhankelijk is van voeding en/of voedingssupplementen.
L-arginine is ook te vinden in zuivel, vis, vlees, granen, peulvruchten, noten en zaden.

L-arginine is een voorloper van stikstofoxide, ureum en ornithine.


 

Zure kers supplementen verbeteren herstel na zware inspanning

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert suppletie met zure kersen (slikken van zure kersen supplementen) het herstel na een zware inspanning?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suppletie met zure kersen een klein significant gunstig effect had op het verminderen van de spierpijn [ES = -0.44, 95% BI = -0.87 tot -0.02].

De onderzoekers vonden een matig significant gunstig effect voor het herstel van de spierkracht [ES = -0.78, 95% BI = -1.11 tot -0.46] na suppletie met zure kersen.

De onderzoekers vonden een matig significant effect voor de spierkracht [ES = -0.53, 95% BI = -0.77 tot -0.29] na suppletie met zure kersen.

Een verdere subgroepenanalyse op deze variabele wees op een groot significant effect op het herstel van de spronghoogte na suppletie met zure kersen [ES = -0.82, 95% BI = -1.18 tot -0.45] en een klein significant effect op de sprinttijd na suppletie met zure kersen [ES = -0.32, 95% BI = -0.60 tot -0.04].

De onderzoekers vonden een klein significant effect voor zowel het C-reactief proteïne [ES = -0.46, 95% BI = -0.93 tot -0.00] en de interleukine-6 [ES = -0.35, 95% BI = -0.68 tot -0.02] na suppletie met zure kersen.

De onderzoekers vonden geen significante effecten voor creatinekinase en tumornecrosefactor-alfa na suppletie met zure kersen.

De onderzoekers concludeerden dat suppletie met zure kers het herstel na een zware inspanning verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Tart Cherry Supplementation and Recovery From Strenuous Exercise: A Systematic Review and Meta-Analysis by Hill JA, Keane KM, […], Howatson G.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33440334/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over fruit en sportvoeding.

Creatinekinase (CK), vroeger ook wel creatinefosfokinase (CPK) genoemd, is een enzym dat met name voorkomt in organen die veel energie gebruiken (zoals spieren en nieren). Creatinekinase speelt een rol in de regeneratie van creatinefosfaat. Bij deze omzetting van creatine naar creatinefosfaat wordt adenosinedifosfaat (ADP) gevormd uit adenosinetrifosfaat (ATP).
Energie wordt in het lichaam opgeslagen in de vorm van ATP.

 

1.5 g/d knoflooksupplementen verhogen adiponectinegehalte bij mensen onder 30 jaar

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van knoflooksupplementen het adiponectine- en het leptinegehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van knoflooksupplementen het adiponectinegehalte niet significant verhoogde [Hedges's = 0.20, 95% BI = -0.06 tot 0.47, p = 0.12].

De onderzoekers vonden dat het slikken van knoflooksupplementen het leptinegehalte niet significant verhoogde [Hedges's = 0.08, 95% BI = -0.26 tot 0.41, p = 0.65].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van knoflooksupplementen het adiponectinegehalte bij mensen onder 30 jaar significant verhoogde [Hedges's = 0.44, 95% BI = 0.01 tot 0.87, p = 0.04].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van 1.5 g/d knoflooksupplementen het adiponectinegehalte significant verhoogde [Hedges's = 0.38, 95% BI = 0.02 tot 0.71, p = 0.04].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van knoflooksupplementen gedurende minimaal 8 weken, het adiponectinegehalte significant verhoogde [Hedges's = 0.48, 95% BI = 0.08 tot 0.89, p = 0.02].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 1.5 g/d knoflooksupplementen gedurende minimaal 8 weken, het adiponectinegehalte bij mensen onder 30 jaar verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Systematic review and meta-analysis of randomized, controlled trials on the effects of garlic supplementation on serum adiponectin and leptin levels by Shekarchizadeh-Esfahani P, Hassani B, […], Soraya N.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33792129/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s en knoflook.

Adiponectine is een eiwit dat vrijwel uitsluitend wordt geproduceerd in de vetcellen. Bij mensen met overgewicht (BMI>25) is het adiponectine-gehalte in het bloed lager dan bij de mensen met een normaal gewicht. Een lager adiponectine-gehalte wordt geassocieerd met een verminderde insulinegevoeligheid. Suikerpatiënten hebben een verminderde insulinegevoeligheid.

Veel pindakaas verlaagt mogelijk suikerziekte type 2

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van noten de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies en 3 cross-sectionele studies. 

De bewijslast in de studies was erg laag voor alle blootstellingen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses geen verband tussen het eten van veel totale noten en het krijgen van suikerziekte type 2.

De onderzoekers vonden in prospectieve cohort studies dat het eten van veel pindakaas de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.77 tot 0.98, I2 = 50.6%, p = 0.16] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden voor pinda’s en boomnoten.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel pindakaas de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat de studies niet goed opgezet waren (de bewijslast was erg laag).

Oorspronkelijke titel:
Nut consumption and type 2 diabetes risk: a systematic review and meta-analysis of observational studies by Becerra-Tomás N, Paz-Graniel I, […], Salas-Salvadó J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33471083/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over notenconsumptie en suikerziekte.


 

3 keer per week 30-60 minuten aërobe training met een matige intensiteit verlaagt causaal buikvet

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Wat is de beste methode van lichamelijke oefeningen om buikvet (visceraal vet) te verlagen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 32 RCT’s met in totaal 1900 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat 30-60 minuten intervaltraining met een hoge intensiteit (HIIT) voor 3 keer per week gedurende 12-16 weken [SMD = -0.39, 95% BI = -0.60 tot -0.18) en 30-60 minuten aërobe training met een matige of hoge intensiteit, voor 3 keer per week gedurende 12-16 weken [SMD = -0.26, 95% BI = -0.38 tot -0.13] het buikvet signfiicant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat krachttraining, aërobe training in combinatie met krachttraining en sprintintervaltraining geen significant verlaagd effect hadden op het buikvet.

De onderzoekers vonden dat 150 minuten lichamelijke oefeningen per week, geen effect hadden op buikvet.

De onderzoekers concludeerden dat 30-60 minuten intervaltraining met een hoge intensiteit, 3 keer per week gedurende 12-16 weken of 30-60 minuten aërobe training met een matige of hoge intensiteit, 3 keer per week gedurende 12-16 weken het buikvet causaal verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of exercise intervention dosage on reducing visceral adipose tissue: a systematic review and network meta-analysis of randomized controlled trials by Chang YH, Yang HY and Shun SC.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33558643/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over vet en sportvoeding.
Een causaal verband kan worden gevonden in RCTs.
Teveel buikvet (visceraal vet) vergroot de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten en diabetes type 2 (suikerziekte type 2).

Aërobe training met een matige intensiteit zijn lichamelijke oefeningen met een MET-waarde van 3 tot 6.

Lichamelijke oefeningen

MET-score

Ramen lappen

3.2 MET

Wandelen met 5 km/u

3.5 MET

Harken in de tuin

4.0 MET

De trap nemen (rustig omhoog)

4.0 MET

Elektrisch fietsen met hoge motorassistentie aan 23.4 km/u

5.2 MET

Zwemmen (recreatieve schoolslag)

5.3 MET

Eektrisch fietsen met lage motorassistentie aan 21 km/u

5.7 MET

Fietsen aan 15 km/u

5.8 MET

(MET-waarde van de activiteit x 3.5 x lichaamsgewicht in kg)/200 = Energieverbruik per minuut (kcal/min).

Een voorbeeld:
Een man weegt 72 kilogram en lapt gedurende 30 minuten de ramen. Hoeveel energie heeft hij dan verbruikt?

Berekening:
(3.2 MET x 3.5 x 72 kg)/200 = 4.0 kcal per minuut
4.0 kcal per minuut x 30 minuten = 120 kcal

Dus 30 minuten ramen lappen, levert deze man een energieverbruik van 120 kcal op.

Dieet met <30 En% koolhydraten verhoogt causaal adiponectinegehalte bij volwassenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Voor zover zijn er geen bevindingen gerapporteerd in studies over de effecten van een koolhydratenarm dieet op het adiponectinegehalte en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een koolhydratenarm dieet causaal het adiponectinegehalte bij volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 RCT’s met 534 deelnemers in de koolhydratenarm dieet groep en 513 deelnemers in de controle groep (groep zonder het koolhydratenarm dieet).

Het koolhydratenarme dieet bevatte 4 tot 34 En%.
De interventieduur varieerde tussen 6 en 152 weken.

De meta-regressie analyse liet zien dat leeftijd [β = 0.04, p = 0,15], baseline BMI [β = -0.15, p = 0.15], follow-up duur [β = 0.01, p = 0.17], energiepercentage koolhydraten [β = 0.004, p = 0.90], energiepercentage eiwit [β = -0.12, p = 0.08], energiepercentage vet [β = 0,20, p = 0.61] en baseline adiponectine [β = 0.001, p = 0.97] geen bronnen van heterogeniteit waren.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het volgen van een koolhydratenarm dieet het adiponectinegehalte significant verhoogde [0.02 µg/mL, 95% BI = 0.01 tot 0.03, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het volgen van een dieet met 30 En% koolhydraten het adiponectinegehalte significant verhoogde [0.12 µg/mL, 95% BI = 0.07 tot 0.18].
Echter, dit verhoogde effect was niet significant voor een dieet met ≥30 En% koolhydraten 0.50 µg/mL, 95% BI = -0.46 tot 1.48].

De onderzoekers concludeerden dat het volgen van een dieet met 30 En% koolhydraten gedurende 6 tot 152 weken het adiponectinegehalte bij volwassenen causaal verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of low-carbohydrate diet on adiponectin level in adults: a systematic review and dose-response meta-analysis of randomized controlled trials by Shemirani F, Golzarand M, […], Mahmoudi M.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33455438/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten, suikerziekte en hart- en vaatziekten.

Adiponectine is een eiwit dat vrijwel uitsluitend wordt aangemaakt (geproduceerd) in de vetcellen. Adiponectine speelt een beschermend rol bij de initiatie en progressie van arteriosclerose (aderverkalking). Bij mensen met overgewicht, suikerziekte (diabetes) type 2, arteriosclerose en coronaire hartziekten is het adiponectine-gehalte (de adiponectine-concentratie) in het bloed verlaagd.
Een lage adiponectine-concentratie is geassocieerd met een verminderde insulinegevoeligheid. Een verminderde insulinegevoeligheid verhoogt de kans op het krijgen van suikerziekte type 2.

De makkelijkste manier om een dieet met 30 En% koolhydraten te volgen, is door te kiezen voor alleen maar producten/maaltijden die ook 30 En% koolhydraten bevatten. Deze producten uit de supermarkt bevatten 30 En% koolhydraten. 
30 En% koolhydraten wil zeggen dat het aantal gram koolhydraten maximaal 30 En% bijdraagt aan het totale caloriegehalte van het desbetreffende dieet.

Deze maaltijden bevatten 30 En% koolhydraten.

 

Vitamine D supplementen tijdens zwangerschap of kindertijd verlaagt vetzucht bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Een vitamine D-tekort tijdens de zwangerschap of kindertijd wordt geassocieerd met een ongunstige groei bij kinderen. Echter, er is geen systematische review uitgevoerd naar het effect van de vitamine D suppletie (het slikken van vitamine D supplementen) tijdens de zwangerschap en kindertijd op de groei en lichaamssamenstelling bij kinderen. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap of kindertijd de kans op het krijgen van adipositas (vetzucht) bij kinderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCT’s met in totaal 4583 deelnemers.
De dosering van vitamine D supplementen in de interventiegroep (groep met vitamine D supplementen) was 60.000 IE/4 weken (1.500 mcg/4 weken) of 60.000 IE/8 weken en in de controle groep (groep zonder vitamine D supplementen) was 400 IE/dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap tot een hogere huidplooidikte van de triceps (mm) [MD = 0.33, 95% BI = 0.12 tot 0.54, I2 = 34%] bij pasgeborenen leidde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap of kindertijd tot een hoge z-score van lengte-bij-leeftijd [MD = 0.29, 95% BI = 0.03 tot 0.54, I2 = 0%] bij zuigelingen van 1 jaar oud leidde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap of kindertijd tot een lage BMI [MD = -0.19, 95% BI = -0.34 tot -0.04, I2 = 0%] bij zuigelingen van 3-6 jaar oud leidde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap of kindertijd tot een lage BMI z-score [MD = -0.12, 95% BI = -0.21 tot -0.04, I2 = 0%] bij zuigelingen van 3-6 jaar oud leidde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap of kindertijd de kans op het krijgen van adipositas (vetzucht) bij kinderen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Vitamin D Supplementation in Early Life on Children's Growth and Body Composition: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Ma K, Wei SQ, [...], Wen SW.

Link:
https://www.mdpi.com/2072-6643/13/2/524/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D, BMI en overgewicht.

Met een huidplooimeter kan de dikte van de huidplooi bepaald worden. Met behulp van de gemeten huidplooien kan een voorspelling worden gedaan over de totale lichaamsvetmassa. De metingen zijn gebaseerd op het uitgangspunt dat het vet regelmatig verdeeld is over het lichaam en de dikte van huidplooien dus een maat is voor de hoeveelheid subcutaan vet die representatief is voor de totale hoeveelheid lichaamsvet.

Subcutaan vet is het vet dat voor iedereen zichtbaar is. Dit is het vet dat u vast kunt pakken.

Adipositas (vetzucht) verhoogt de kans op het krijgen van hart- en vaatziekte en diabetes mellitus type 2 (suikerziekte type 2).